Deze weblog beoogt niet meer (en ook niet minder) dan een proeftuintje te zijn, waarin wordt geëxperimenteerd en gejongleerd met taal, zowel in proza als in poëzie. Neemt u de inhoud niet altijd even serieus: Wahrheit und Dichtung kunnen mijlenver uiteen liggen, maar soms ook verrassend dicht bij elkaar.

En schroomt u vooral niet om te reageren: rebekking@gmail.com


woensdag 21 maart 2012

Courante berichten

Wie een beetje uitgeslapen is, zal het niet zijn ontgaan, dat we momenteel midden in de Nationale Slaapweek (19 tot en met 25 maart) zitten. Om dat evenement wat beter op de kaart te zetten, is onderzoek gedaan naar de invloed van de slaap in en op het werk. Eén van de opmerkelijkste uitkomsten van dit onderzoek mag wel het feit worden genoemd, dat vele mensen ‘s nachts wakker liggen van hun werk en overdag vaak op hun werk in slaap vallen…. Dat probleem moet toch oplosbaar zijn.

Aan het begin van deze Nationale Slaapweek las ik in de krant van wakker Nederland de mededeling, dat de bij het ongeval betrokken bus geen technisch effect vertoonde.
De gewonden waren inmiddels gerepareerd, zo hoorde ik iemand uit dezelfde krant voorlezen. Maar er stond wel degelijk en duidelijk gerepatriëerd, al zal het één het ander niet uitsluiten.

Nu het werk van de Commissie Deetman is voltooid, komt men in de kranten regelmatig de kop tegen: “Pastoor op non actief”, soms met en soms zonder streepje tussen non en actief. Dat ene streepje maakt weliswaar een wereld van verschil al is hier het één een duidelijk gevolg van het ander. Het non-actieve het gevolg van het actieve. Zo zie je maar, hoe activiteit tot non-activiteit kan leiden.

Femke Halsema blijkt stoffeerster te zijn geworden. Dat maak ik tenminste op uit een kop in het universiteitsblad Illuster, waarin wordt aangekondigd, dat zij een leerstoel gaat bekleden. Zij heeft groen licht gekregen om zich als gasthoogleraar bezig te gaan houden met de betekenis van communicatietechnologie.

Nu we het toch over Groen Link(s) hebben: raadslid J.Gijsbers van een lokale milieupartij te Bunnik, had zo zijn eigen oplossing voor het milieuprobleem. Het raadslid wist wel raad met zijn afval en dumpte het gewoon bij de rechter buurman (voor de kijker links) in de tuin. Tot de buurman onraad rook en een webcam plaatste. Waarna het raadsel snel was opgelost. En het raadslid ook. Komt tijd, komt raad.

Over afval en afvalligen gesproken: in een regionale krant las ik, misschien wel in verband met het bovenstaande: “Het nieuwe afvalbeleid van de gemeente loopt hier  volgens mevrouw V. de spuigaten uit. Zij heeft net een blik door het raam geworpen en ziet het keukenafval door haar tuin dwarrelen”.
Zo zie je maar: met het werpen van blikken kan je niet voorzichtig genoeg zijn.

Tot slot nog enige courante koppen:
- Tafeltennissters komen net tekort
- Onvindbaar werk van Johanna Kruit gebundeld
- Politie ranselt minderjarigen voor informant
- Smalle riem voor dames met metalen ogen

maandag 12 maart 2012

Succes ermee…

Nog niet zo lang geleden zal tijdens de nascholingscursussen voor winkelpersoneel de nodige aandacht zijn besteed aan het onderdeel “klantvriendelijkheid”. En terecht natuurlijk, want je kan als consument niet genoeg als koning worden beschouwd  en in de watten worden gelegd. Vandaar dus, dat de klant tegenwoordig bij vrijwel iedere aankoop na betaling aan de kassa te horen krijgt: “Succes ermee” of ook wel de variant “Veel plezier ermee”. Te pas, maar ook te onpas. Want wat moet ik er nou van denken, als ik bij de aankoop van een brood van de caissière te horen krijg: “Succes ermee”? Het zou natuurlijk kunnen, dat de kassajuffrouw kort voordien nog in een sexshop had gewerkt en zich na haar aanstelling bij de brood- en banketbakkerszaak nog niet zo gauw bewust was, dat “succes ermee” of woorden van gelijke strekking niet meer zo relevant zijn.

Soms meen ik in de woorden “succes ermee” of “veel plezier ermee” wel eens een ironische ondertoon te bespeuren. Toen ik onlangs bij een doe-het-zelf-zaak een bouwpakket voor een nogal gecompliceerde kast kocht, zei de laatste schakel in de keten van het winkelpersoneel ook “Succes ermee”, maar op een toon, alsof er ernstig aan mijn vaardigheden werd getwijfeld en men er bijna hardop bij dacht: “Zie dat ding maar eens in elkaar te krijgen”.
Alsof mijn ambachtelijk onvermogen van mijn gezicht viel af te lezen.

Laatst stond ik in een groentezaak achter een vrouw, die nog net voor sluitingstijd een komkommer had gekocht. Je zal er zo vlak voor het eten maar om verlegen zitten. Toen ze bij de groenteboerenknecht had afgerekend, kreeg ook zij te horen: “Veel plezier ermee”.
“Bemoei je er niet mee, snotaap. Dat maak ik zelf wel uit”, snauwde ze terug.
Zo zie je maar hoe goed bedoelde klantvriendelijkheid gemakkelijk kan ontaarden in ongewenste bemoeizucht.

* * * * *

Nog wat taal-curiositeiten:
”Hoor eens”, zei de man tegen de dove, “als je niet naar me luistert, hóór je hier niet”.

Twitter-bericht:
”Lieve M8eld, ik sta al vanaf 1/2 4 bij de N8w8 op je te w88. Tis maar dat je 2t. XXX 3s”.

Tijdens de rellen gooiden de studenten Slavische Talen met Molotov-cocktails en de studenten Nederlands met medeklinkers naar de politie.

* * * * *

Liefde maakt blind
De volgende geschiedenis speelde zich af op een fruitschaal in Appelscha en laat zien, hoe meedogen- en tevens vruchteloos de liefde soms kan zijn.

Tussen Jonathan en Bellefleur,
Heerste rozenschijn en manegeur,
Al zei zij – tot zijn grote schrik – een keer:
”Ik vind jou best een heel geschikte peer”.

Waarna hij natuurlijk nog wel een appeltje met haar te schillen had en er toen subtiel op heeft gewezen, dat zij geen appels met peren moest vergelijken.
Maar het mocht niet baten. Later is Bellefleur er toch met een peer, ene Gynt uit Noorwegen, vandoor gegaan en koos zij voor een gemengd huwelijk, al hield ze Jonathan nog altijd als een appeltje voor de dorst achter de hand. En kijkt ze ook nog wel eens steels naar hem.

dinsdag 6 maart 2012

Teek

Mijn fascinatie voor de teek (dat bloedzuigende monstertje) dateert al uit mijn middelbare schooltijd. Mijn toenmalige tekenleraar (Hans van Ingen; 1918-2006) op het Baarns Lyceum had een studie van dit diertje gemaakt en wist er uitermate boeiend over te vertellen. Al moet ik er eerlijkheidshalve wel bij zeggen, dat mijn interesse naderhand vooral op een taalkundig misverstand bleek te zijn gestoeld. Van Ingteeken vertelde, dat de teek eigenlijk een parasitaire mijt is, maar aangezien ik toen nog niet wist wat een mijt was en dus meid verstond en begreep, luisterde ik ademloos toe. En heb me toen waarschijnlijk een volkomen verkeerde voorstelling van het diertje gemaakt. Pas toen ik een paar jaar later met een leuke meid uit mijn klas een weekend doorbracht in een vakantiehuisje te Cadzand, zag ik voor het eerst van mijn leven een teek. Twee teken zelfs. Hoewel ze leven in het bos en in het gras, zaten er daar twee op de muur. Dat vond ik toen een teken aan de wand. Twee tekens dus eigenlijk.
Mijn tekenleraar van weleer is zich later in Rusland verder gaan verdiepen in de teek, is zich Ivan Ingen gaan noemen en is tenslotte gepromoveerd op het proefschrift “Omenclatuur” en tekenhoogleraar geworden.

Het zal ongeveer in diezelfde tijd zijn geweest, dat ik teken ben gaan verzamelen. Ik bewaarde ze uiteraard in een tekendoos en toen ik er drie had, ben ik ze – om ze uit elkaar te kunnen houden – ook namen gaan geven: Apo, Hypo en Carto, naar hun land van herkomst, waar ze op dit moment overigens niets meer waard zijn.
M’n vierde teek zal ik wel Disco hebben genoemd en de volgende kreeg gewoon de naam Vijf, door Paul Desmond later op muziek gezet en door het Dave Brubeck Quartet uiteindelijk beroemd geworden. Take Five dus, voor het geval u de draad kwijt bent.
Zelfs de door de teek veroorzaakte ziekte Lyme is op muziek gezet. U kent het ongetwijfeld: Lymelight (met light hier in dezelfde betekenis als bijvoorbeeld in Cola Light).

De teek heeft ook zijn naam verleend aan het alom bekende inteek-gesprek. En op de deur, waarachter een dergelijk gesprek plaats vindt, treft men vaak een bordje aan met de tekst: Niet storen s.v.p. Teek in gesprek.

In de categorie Verkeersborden en Verkeersteken (het woord verkeerstekens is dus fout, want Verkeersteken – zonder s erachter – is al meervoud) komt nog het stopteken voor, meestal als: Stop! Teken!