Deze weblog beoogt niet meer (en ook niet minder) dan een proeftuintje te zijn, waarin wordt geëxperimenteerd en gejongleerd met taal, zowel in proza als in poëzie. Neemt u de inhoud niet altijd even serieus: Wahrheit und Dichtung kunnen mijlenver uiteen liggen, maar soms ook verrassend dicht bij elkaar.

En schroomt u vooral niet om te reageren: rebekking@gmail.com


maandag 30 december 2013

Voorkeuren

 

Ik jas piepers en klavers,
Houd van ma en pa Pavers,
Ik ga graag – dat is het leuke,
Met mijn vrouw weer eens bridgen,
Leg mijn troeven dus op tafel,
En houd verder nu mijn snavel.


“Dat zal tijd worden”. hoor ik u en in ieder geval mijn dochter al denken. En u wordt op uw wenken bediend, want u zult mij hier de komende vier dagen niet meer zien of horen. Bridgen in de bossen. Voor mensen, die dit spel niet kennen (en dat zijn er zo langzamerhand niet veel meer), blijft het toch ietwat vreemd klinken als hij een bridger tegen zijn vrouwelijke partner hoort zeggen: “Jij moet op tafel” of : “leg het vrouwtje maar op die boer”. Ach, zo heeft elk spel zijn leuke kanten. Daar is het tenslotte ook een spel voor.

Mochten de resultaten daar aanleiding toe geven, dan hoort u hierover aan het eind van de week nader. Nu wens ik u in ieder geval een goede jaarwisseling en een gezond of zo gezond mogelijk 2014.

zondag 29 december 2013

En de boer zoekt voort…

 

Een boertje uit het Brabantse Moergestel,
Scherp van geest, maar met een zwak gestel,
Dacht: als ik mij nu híer eens nestel,
Dan vindt het vrouwtje mij vanzelf wel.

En slim als boeren zijn, bleek hij daar geen ongelijk in te hebben. Er meldde zich zelfs een kandidate uit Engeland. Vrouwen hebben een neus voor zoekende boeren. Ook deze kwam gewoon op de lucht af:

Een mooie vrouw uit Chesterfield,
Die ontzettend veel van boeren hield,
En zélfs in’t Nederlands kon boeren,
Dacht: als ik aan gene zijde van de plas,
Dat Moergestels varkentje eens was,
En me dan gewillig daar laat vloeren…

Als je je een uur hebt opgehouden in een vertrek, waar gerookt wordt, stink je drie weken naar de nicotine. Hoe zouden vee-houdende boeren zo’n soortgelijk probleem oplossen? Waarschijnlijk lossen ze het helemaal niet op, want vrouwen zullen niet voor niets een neus voor zoekende boeren hebben. Tot over de landsgrenzen heen.
Ik ben trouwens heel benieuwd hoe de communicatie tussen de Engelse vrouw en de Moergestelse boer zal verlopen, want Geurt moest al vanaf zijn twaalfde in het bedrijf van zijn vader meehelpen.

I am Geurt and I boer very good,
Because it already in the sterren stood.

Hier laat mijn spellingcontrole het afweten, maar dat zal bij John O’Mill ook wel het geval geweest zijn.

vrijdag 27 december 2013

Vega Kerstdiner

 

De één zat ongemakkelijk en onbehouwen
Met zorg een stukje kunstvlees te herkauwen.
Een ander rookte buiten (heel gezond) een sigaretje,
Of at aldaar een stiekem meegebracht kroketje.

dinsdag 24 december 2013

Boeken

 

Men kan vele mooie reizen boeken,
En ook vele mooie boeken lezen.
Lezen doet men iemand ook de les,
En wil men soms zijn dorst eens lessen,
Grijpt men toch eenvoudig naar de fles?


Wanneer ik mij weer door een stapel boeken wurm,
En ik boek geen voortgang of succes,
Dan denk ik wel eens: ik verscheur ‘m.
Maar spring dan toch weer voor de boeken in de bres.


In boeken is in de loop der eeuwen veel wijsheid verkondigd en over boeken eveneens. Lang voor de boekdrukkunst was uitgevonden, wist Cicero al, dat een kamer zonder boeken is als een lichaam zonder ziel. Al was Goethe van oordeel, dat veel boeken niet zijn geschreven om wat uit te leren, maar om te laten zien, wat de schrijver weet. Dat is nog steeds zo, lijkt me.
Veel boeken hebben, evenals mensen, hun succes aan hun titel te danken, zo heeft ook eens iemand beweerd. Ik onthoud mij hier veiligheidshalve maar van een oordeel, maar als aforisme klinkt het in ieder geval goed.
De schrijver Mark Twain, die zijn manuscripten persoonlijk naar zijn uitgever bracht omdat hij de posterijen niet vertrouwde, zei eens: “Een klassiek boek is een boek, dat iedereen gelezen wil hebben en niemand wil lezen”.
Eén ding is in ieder geval wel duidelijk:


Een kamer zonder boeken
Is als een keuken zonder pan,
Als moeders zonder koeken,
En als Wim zonder Kan.

maandag 23 december 2013

Op weg naar 2014

 

Voor iedereen, die dit hier ziet of leest:
Een prettig Kerst- en Nieuwjaarsfeest.
(Roland Bekking & Wallie Lindner)

Reis

Wij zijn tijdig in de trein gestapt,
Om het nieuwe jaar op tijd te halen.
Maar nu reeds zij alhier verklapt,
Dat wij ontzettend zullen balen,
Als wij - niet gans tot ons verbazing -
Er zullen arriveren met de nodige vertraging.

zondag 22 december 2013

Zeugma(ta)

Dankzij het Groot Dictee der Vreemde Woorden ben ik er – ondanks alle ergernissen en geestelijke en lichamelijke ontberingen – nu wel achter gekomen, met welke stijlfiguur ik mij eigenlijk graag bezighoud. Dat blijkt het zeugma te zijn. Nooit eerder van gehoord, maar dat gold voor bijna alle woorden, die in het Groot Dictee voorkwamen. Ik had graag gezien, dat ze een andere naam voor mijn favoriete stijlfiguur hadden bedacht, maar ik zal het er mee moeten doen. Ik vind het maar een raar woord. Er zit een luchtje aan en het doet mij dan ook denken aan het boerenleven. En dat komt natuurlijk ook, omdat zeugma uitnodigt om ook het bestaan van zeugpa en wie weet wat voor zeugen nog meer, te veronderstellen. En dan is het nog maar een kleine stap naar “Boer zoekt vrouw”, alwaar het zeugma op uitgebreide schaal kan worden toegepast. Ik zal u eerst een paar voorbeelden geven. Dan kunt u daarna het stukje, waarin ik uitleg, wat een zeugma nou precies is, gerust overslaan.

Enige zeugmata in de agrarische sector:

- boer zoekt vrouw en mot;
- knecht slaat boer dood en diens echtgenote aan de haak (of gade);
- de boom werd op- en de buurman afgetuigd (zie ook onderstaande Kerstgedachte);
- hij pakte de vrouw en zijn biezen, sloeg een arm om haar heen en vervolgens rechtsaf en tenslotte door;


En zo zijn er nog talloze zeugmata te bedenken, de ene nog leuker of minder leuk dan de andere. Een met zorg gekozen zeugma heeft een komisch effect, maar als ergens overdaad schaadt, dan is het wel hier. Maar verwerkt in gedichten willen zeugmata nog wel eens bruikbaar zijn en tot verrassende effecten leiden.

Wat een zeugma is, leert ons de Van Dale:
Een stijlfiguur, waarbij een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord wordt verbonden met twee zelfstandige naamwoorden of een zelfstandig naamwoord en een ander woord, , maar eigenlijk op één van beide slaat.


Een beetje daarbij in de buurt komt de volgende Kerstgedachte:

De boom is opgetuigd,
En ik ben opgetogen,
En door de buurman afgetuigd,
Daar wij elkaar niet mogen.


 

vrijdag 20 december 2013

Bekentenis

 

Ik liet mij als gewoonlijk heel gedwee
En moeiteloos verleiden,
Tot het meedoen aan het Groot Dictee,
Maar ben niet te benijden.

Want afgezien nog van het resultaat,
Waarover ik zal zwijgen,
Ben ik tot nu toe nauwelijks in staat,
Om nog een woord te schrijven.

Mijn vingers stijf, mijn tenen krom,
Zoals wellicht bij velen,
Of was het mogelijk de ouderdom,
Die mij parten hier ging spelen?

Tussen al die vele vreemde woorden,
Herkende ik nog DE en HET,
Maar wist, dat dát niet scoorde,
Dus toen maar gauw weer Lingo opgezet.

donderdag 19 december 2013

Nog meer woorden

Vanmorgen met stijve vingers en een minderwaardigheidscomplex opgestaan en voor alle zekerheid eerst maar eens mijn DNA-gegevens bij de plaatselijke DNA Databank laten controleren. Die bleken na twee jaar al behoorlijk verouderd, dus meteen laten updaten. En een uitdraai gevraagd. En ook nog gekregen. Weer thuis bleek de spellingcontrole van mijn tekstverwerker het niet meer te doen. Allemaal vanwege dat Groot Dictee der Vreemde Woorden van gisteravond.Van Kooten moet maar weer met De Bie gaan spelen in plaats van met de taal. In zijn tekst herkende ik af en toe een Nederlands woord, maar dat waren dan voornamelijk lidwoorden.

Trouwens, over lidwoorden gesproken: ik was nog maar goed en wel bijgekomen van de verschrikkingen van genoemd dictee, of ik las in de Volkskrant vanmorgen de kop “Boeren zullen nog meer naar het pijpen van hun afnemers moeten dansen”. Het was uitgerekend een lidwoord, dat hier voor verwarring zorgde en mij de tekst nogal vreemd en zelfs vrijmoedig deed vinden. Of was het misschien toch mijn eigen dirty mind? Het leek mij een uitgemaakte zaak, dat als het lidwoord het correct gebruikt was, het bijbehorende artikel over mijn geliefde onderwerp “boer zoekt vrouw” zou moeten gaan. Maar nee hoor. Het ging over de afnemers van kippen en eieren en andere agrarische producten, dus had er de moeten staan. Dacht ik. Maar inmiddels weet ik beter.

Mijn vingers nog pijnlijk en mijn tenen nog krom van het dictee werd ik er vandaag gevoelig op getikt, resp. getrapt. Zowel dansen naar de pijpen, als dansen naar het pijpen is correct. Voor wie het naadje van de kous wil weten, legt Onze Taal het hier uit.
Ik geef intussen de pijp aan Maarten. Ofschoon hij al een tijdje niet meer rookt. Tegenwoordig leven rokers eigenlijk best gezond. Zij komen veel meer in de buitenlucht dan niet-rokers.

In jet kader van “Ken uw klassieken” nog even het volgende geprobeerd:

Waar werd oprecht berouw
Van een vreemd gegane vrouw,
In Neêrland ondervonden?


Verschillende vooral jongere lezers, die in deze regels geen Vondel herkenden, vroegen zich af, waarom ik dat wilde weten en waar ik me eigenlijk mee bemoeide.
De parodie is een leuk genre, mits men zich bij de beoefening ervan wel houdt aan het ritme en het rijmschema van het oorspronkelijke werk, zodat dat nog herkenbaar blijft. Anders schiet de parodie zijn doel voorbij. En dat doet me dan weer denken aan het opschrift, dat ik onlangs op een begraafplaats tegenkwam:

Hier rust Hendrik Jan van Dordt
Van de plaatselijke schutterij.
Hij schoot bokken en tekort

En bovendien zijn doel voorbij.

dinsdag 17 december 2013

Words, words, words…

Het woord selfie (een doorgaans met een smartphone gemaakt zelfportret) heeft het in Nederland tot woord van het jaar gebracht. En het klinkt internationaal genoeg om het ook in andere landen tot woord van het jaar te kunnen brengen. Hetgeen dan ook is gebeurd. In België en zelfs in Engeland.

“Send me a selfie”,
Zei de trainer van Chelsea,
And we shall see
What happens to be”.


Ja ja, die Mourinho spreekt al een aardig woordje Engels, zoals u ziet.

Op de tweede plaats eindigde het woord socialbesitas, hetgeen een overmatig en dwangmatig gebruik van sociale media betekent. Het woord doet me denken aan in dit geval een Turkse voetbalclub, maar verder heb ik er niets mee.
Op een eervolle (nou… eervolle…) derde plaats eindigde sletvrees, hetgeen – zoals het woord al doet vermoeden – betekent: vrees om voor slet te worden aangezien. Kennelijk leeft die vrees bij zóveel vrouwen, dat het woord sletvrees tot de drie populairste en meest-gebruikte woorden van dit moment kon doordringen. En dat geeft te denken. En op grond waarvan zou die vrees eigenlijk bestaan? Of ontstaan? Een zorgelijke zaak. En hoe zouden Chinese vrouwen in ons land met het begrip sletvrees omgaan?

Maar meer zorgen maak ik me over de vraag, wie de zorg voor de zorg nu eigenlijk een zorg zal zijn. Veel vertrouwen heb ik er niet in, want de discussies gaan alleen over de noodzakelijke bezuinigingen aan de ene kant en de werkgelegenheid in de zorgsector aan de andere. Degenen, voor wie de zorg bedoeld is, blijven helemaal buiten beeld.
Maar in Meppel heeft men daar iets op gevonden. Daar krijgt de clientèle van de voedselbank vuurwerk bij het eten, zodat ze volop mee kunnen doen met het in rook laten opgaan van veel geld. En dat in een tijd, dat het ons minder heet te gaan. Een béétje paradoxaal, dat wel.

In Meppel krijgt men bij de voedselbank,
Een doos met vuurwerk bij het eten,
Opdat ook hier de armen God ij dank,
Zich even met de rijken kunnen meten.


Maar zou men niet moeten bedenken,
Dat als het geld in rook is opgegaan,
Die goedbedoelde vluchtige geschenken,
De armen toch met lege handen laten staan?


En dan maar hopen, dat tussen het vuurwerk zich geen illegaal spul van Poolse herkomst bevindt, want anders is de rij mensen voor het loket van de polikliniek op 1 januari misschien wel groter dan voor dat van de voedselbank.

zondag 15 december 2013

Verband


Een dag zonder gedicht,
Is als een ver zonder gezicht,
Als een kruimel zonder dief,
En als een made zonder lief.


Want het rijm hóórt bij de dichter,
Zoals de laden bij de lichter,
En te gras hoort bij te hooi,
Alsmede lichte bij een kooi.


En zo kan men nog dágen vullen,
Omdat ont hoort bij hullen,
En Fanta soms bij sie,
Zoals Koot ooit bij De Bie.

vrijdag 13 december 2013

Onderzoek

Omdat mijn kennis van exotische talen voor verbetering vatbaar is, ben ik er tot op heden niet achter gekomen, waar de naam Shar Pei (de merknaam van mijn inmiddels aardig ingeburgerde Chinese hond) vandaan komt of wat die betekent.
Volgens niet al te wetenschappelijk en etymologisch onderzoek zou de naam ontleend zijn aan de stampei, die het dier door zijn levendige karakter nogal eens weet te veroorzaken. Maar erg waarschijnlijk komt mij die verklaring toch niet voor.
Ik zoek voort, zoals ook de wetenschappers aan de Erasmus Universiteit, die hebben ontdekt, dat het aantal Nederlanders, dat een zwaard op zak heeft, de afgelopen duizend jaar met maar liefst 95% is afgenomen. Dat zijn schokkende cijfers, maar voorlopig houd ik me meer bezig met de vraag, waar ik mijn geld het best kan beleggen. Nu de ene bank na de andere failliet gaat of dusdanige boetes krijgt opgelegd, dat een faillissement wel moet volgen, lijkt het mij maar het beste, mijn geld naar de Bank van Lening (met een g op het eind) te brengen. Dáár krijg je er tenminste nog de helft voor.
Voor mijn huis staat ook een bank. Die is niet overdekt en soms ligt er een zwerver op. Een dakloze(n)bank dus.



-----------

Mocht u zich afvragen, waar ik me zoal mee bezighoud. Dat is in een paar woorden samen te vatten
Ik Twitter een tweetje,
Ik zing, hoewel vals, een liedje,
Ik blader in het Gezichtenboek
En breng mijn psychiater een bezoek.


Een kwestie van oorzaak en gevolg dus.

dinsdag 10 december 2013

Boers

De zoektocht van een boer naar een geschikte vrouw blijft kennelijk een (volks)vermakelijke bezigheid. Miljoenen mensen vinden het blijkbaar leuk om dat gestuntel van de boer vanuit de luie stoel en met waarschijnlijk het nodige leedvermaak aan te zien. Als boer zou ik me doodschamen om mij bij het zoeken van een partner door hulpverleners als De Mol bij te laten staan. Maar ik ben dan ook geen boer, en evenmin zoekende.

Ooit was het gebruik om de levenspartner in eigen sociale of beroepskring te zoeken. En te vinden. Maar die tijden zijn voorbij en ook een boer wil meer, ook al heeft hij daarbij kennelijk hulp nodig. Misschien omdat hij zich buiten zijn eigen leefgemeenschap wat moeilijk verstaanbaar weet te maken. Of nog onvoldoende van de hoed en de rand weet en altijd heeft gedacht: Gooi maar in m’n pet.

Een neger is een ander getinte medemens geworden, een werkster een floormanager of interieurverzorgster, maar een boer is een boer gebleven. Ook in het kaartspel Als ik zit te bridgen en er wordt een boer op tafel gelegd, hoor ik de tegenpartij bijna automatisch zeggen: “Doe daar het vrouwtje maar op”. Niet voor niets maken emancipatoire wereldverbeteraars zich zorgen over het feit, dat in het kaartspel de boer boer is gebleven en de vrouw vrouw, terwijl de man tot heer of koning is verheven. De schakers hebben de vrouw wat meer eer bewezen en haar tot dame of zelfs koningin benoemd, al blijven sommige handelingen in terminologisch opzicht wat dubieus. “Dame slaat paard” is in het schaakjargon heel gewoon, om over “Raadsheer neemt koningin” maar te zwijgen.

Maar een boer blijft altijd boer. Al zou hij wat mij betreft best agriculturele medewerker of zelfs deskundige genoemd mogen worden, zover het althans een landbouwer betreft. Maar zo’n titel moet je natuurlijk wel verdienen. En je niet door het volk laten uithuwelijken…..

maandag 9 december 2013

Kant noch wal

Mijn dagelijkse wandelingen met de hond beginnen vrucht af te werpen. Niet alleen heb ik inmiddels aardig wat hondenmerken leren kennen, maar ook de bijbehorende mensen beginnen enige vorm en inhoud te krijgen. Zo ontmoette ik gisteren een politicus van tot nu toe onbesproken gedrag. Die zijn er haast niet meer. Nu was het gisteren weliswaar zondag en betrof het bovendien een politicus van lokaal niveau, maar toch… Ik moest even denken aan het bordje, dat ik onlangs tijdens een wandeling langs het huis van Angela Merkel op haar voordeur aantrof:
 
Duitsland 055
Een hond houdt je wel in conditie, bezorgt je tal van sociale  contacten (al moet het kaf nog van het koren worden gescheiden) en geeft je ook wat aanspraak, ook al zegt hij meestal weinig terug. Toch ben ik eigenlijk nooit zo’n wandelaar geweest.



Ik houd niet zo van lopen,
Ik ga liever op de fiets.
Ik ben derhalve anti-lope,
Neem de Gazelle en verder niets.

Maar die situatie is dus inmiddels enigszins veranderd. Vorige week heb ik zelfs een voettocht door Drente gemaakt, was er toevallig getuige van hoe iemand moeiteloos zijn hunebed stond op te maken en vond ook nog een heel ander teken van leven:

Diep in de Drentse bossen,
Zit een meisje kant te klossen,
En als het werk’lijk moet,
Klost zij van kant haar ondergoed.

Maar ook in Brugge, bij de Vlaam,
Klost men kant, en zeer bekwaam.
Men maakt er zelfs, en met de hand,
Complete mensen helemaal van kant.

Maar loopt daarna als straf
De kantjes er weer af.

donderdag 5 december 2013

To geh or not too gay

 

Een jonge vrouw uit Noord-Scharwoude,
Sloeg voor haar rijbewijs cum laude
En trots haar echtgenoot toen gade,
Die meedeed aan een geh-parade.

Over dit in kringen van wandelaars en homofielen inmiddels alom bekende gedichtje blijkt enig misverstand te bestaan, met name over de laatste regel en tevens het laatste woord. Heeft het gedichtje betrekking op een groep vrolijke jongens en meisjes, dan kan er beter worden gesproken over een gay-parade. Hier echter gaat het om iemand, die meedoet aan een wandeltocht, een geh-parade. Geh is afgeleid van het Duitse gehen, dat gaan, lopen, wandelen betekent.
De handleiding bij dit gedicht geeft gebruikers in overweging om – indien gay-parade van toepassing is – het woordje echtgenoot in de derde regel te vervangen door een passender relatiebegrip.

-----

Het bovenstaande was nog maar nauwelijks in digitale druk verschenen of mijn waakhond belde. Nee, niet mijn Shar Pei. Die waakt nog niet en belt bovendien alleen in het Duits.
Mijn dochter dus.
- Pap, wat schrijf je toch weer een rare gedichtjes. Daar snapt toch niemand wat van. En als ze het wel snappen, vinden ze er niks aan.
- Ach, een mens wil wel eens wat kwijt. Er zijn nu eenmaal zaken, die je niet bij, onder of in je moet houden. Daar moet je vanaf. Zo simpel is het.
- En dan zadel je een ander er maar mee op?
- Och, misschien vindt toch nog iemand het leuk.
- Kan het me nauwelijks voorstellen. Ik kwam trouwens ergens nog een alternatief Oud-Hollands Sinterklaasversje tegen. Had zomaar van jou kunnen zijn.
- Laat maar eens horen dan.
- Wacht even…. ja, hier heb ik het:
Ik hoor de wind gaan door de bomen,
En ook in huis waait soms een wind.
Die zal wel van een petomaan af komen,
Dat begrijpt zelfs nog een kind.
-
Heb je niks leukers, Ger?
- Ik dacht nog wel, dat je dit aardig zou vinden.
- Wat ken jij je vader toch slecht.

woensdag 4 december 2013

Frisse lucht


Om het verplichte dichten
Voor even te ontlopen,
Hebben wij een reis naar Rijs geboekt,
Maar wel een heel goedkope.


Zoals een goed pater familias betaamt stelde ik mijn dochter van onze afwezigheid in kennis, kennelijk net op een moment, dat ze zelf midden in de Sinterklaasgedichten zat, want ze liet heel medelevend en ad rem weten:

Je lijkt wel niet goed wijs:
Wie gaat er nou naar Rijs?
Ik ben bezig met een mooi een gedicht,
En weet dus even niet, waar dat nou ligt.


Op rijm gevoerde gesprekken zijn meestal niet de boeiendste, al konden J.C.Bloem en Victor van Vrieslandt er wel wat van. Zij waren zelfs in staat om een hele nacht op rijm met elkaar te converseren. Dat had Willie Alfredo moeten weten.
We hebben een paar genoeglijke dagen in en om het Gaasterland doorgebracht, al waren we het over de uitstapjes niet altijd eens:


Zeg schat, ik vroeg je iets:
Gaan wij naar Hindeloopen
Of gaan we op de fiets?


Het klinkt misschien ietwat bezopen,
Maar ik prefereer wat wad te lopen.


In goed onderling overleg hebben we tenslotte besloten om van Rijs naar Hindeloopen te lopen en aansluitend nog wat wad te fietsen.

 


 Hindeloopen

maandag 2 december 2013

Schoffelen

Jantje zag eens eieren hangen,
Oh als pruimen wel zo groot.
Jantje wou een eitje bakken,
Wou wel eens wat anders op zijn brood.

Deze parodie kwam ik tijdens het schoffelen in mijn taaltuintje tegen. Onder de afgevallen bladeren ook nog een grafschriftje van onbekende herkomst:

Hier ligt Herman, dood.
Zijn leven was geen pretje.
Begonnen ooit als brood
Eindigde hij dus als kadetje.

--------

Tijdens het uitlaten van mijn Shar Pei vroeg een tegenligger me, wanneer ik voor het laatst iets voor het eerst heb beleefd?

En over deze reclame voor een (Belgisch) biermerk heb ik ook even moeten nadenken: “Neem ik een man of zal ik batterijen kopen?”

---------

Niet zo ver over de grens werd een meisje laatst wakker door hoefgetrappel. Ze vroeg haar vader:
Wer reitet so spät durch Nacht und Wind?
Das ist Sankt Nikolaus, mein liebes Kind.

---------

Blijkbaar ben ik ooit nog eens verliefd geweest op een boerendochter en heb ik kennelijk haar vader wel eens geholpen op het land. Ik vond, geheel vergeeld, tenminste dit gedenkwaardige verslagje:

Ooit heb ik, jong en onbezonnen,
De akker van een vriendinnetje ontgonnen,
Maar was nog onvoldoende op de hoogte
Van het feit: wie zaait zal oogsten,
En heb mijn vrees voor vrouwen nooit meer overwonnen.

Het staat er echt. Hoe verzint een mens het.