Deze weblog beoogt niet meer (en ook niet minder) dan een proeftuintje te zijn, waarin wordt geëxperimenteerd en gejongleerd met taal, zowel in proza als in poëzie. Neemt u de inhoud niet altijd even serieus: Wahrheit und Dichtung kunnen mijlenver uiteen liggen, maar soms ook verrassend dicht bij elkaar.

En schroomt u vooral niet om te reageren: rebekking@gmail.com


woensdag 29 juni 2011

Niet Storen

De NS is volgens mij het spoor volledig bijster. En als vervoerder wel zo ongeveer uitgerangeerd. Kort geleden liet de NS mij bij de nadering van een paar onweersbuien uiterst klantvriendelijk weten, dat als ik zeker wilde zijn van mijn treinverbinding, ik het best maar even op hun website kon kijken of er geen kink in de kabel was gekomen. Maar de site bleek onbereikbaar, overbelast of gewoon weg. Kortom: de hele NS spoorloos.

In de herfst hoef je sowieso al niet per trein te reizen, want dan liggen er bladeren op de rails en komt een trein, die in Amsterdam had moeten stoppen, pas in Halfweg tot stilstand. En dat is dus nog maar halverwege.
In de winter dreigen er nog meer gevaren: ijzel, sneeuw, vorst en andere met het jaargetijde verbonden weersomstandigheden leggen dan meestal het totale treinverkeer lam. Mij is een geval bekend, dat twee vrouwen (die van elkaar houen) noodgedwongen met een auto naar een begrafenis moesten, vlak naast een station. En dan mag je hopen, dat de potten geen panne krijgen. Bij mij kan de NS in ieder geval geen pot meer breken. De pot op met de NS. Potverdorie.

Wie trouwens in de zomer per trein wil reizen, komt ook niet ver. Als het te warm is, zetten de rails onopvangbaar uit, zodat de spoorstaven verbuigen en het voor de machinist uiterst moeilijk wordt om het rechte spoor te houden. En als het warm is geweest, veroorzaken onweersbuien bomen op de spoorbaan,  en na blikseminslag allerlei storingen, waardoor het treinverkeer niet meer in goede banen kan worden geleid en de NS zelfs moet overwegen om overwegen af te sluiten. Met andere woorden: NS - Niet Storen.


Is het u trouwens wel eens opgevallen, dat steeds meer groente en fruit gaat smaken naar de insecticiden, waarmee het is bespoten? Zelfs honing heeft tegenwoordig een bijsmaak.

donderdag 23 juni 2011

Een klerenzooitje

Al is het nog zo koud, de Naturisten Federatie Nederland draag ik altijd een warm hart toe. Ik kan mijn teleurstelling dan ook nauwelijks onder woorden brengen, toen ik hedenmorgen las, dat het voor komende zondag geplande naaktfestival wegens gebrek aan belangstelling geen doorgang zal vinden.

Uitgerekend in het jaar, dat men precies een halve eeuw deze weinig om het lijf hebbende bezigheid in georganiseerd verband beoefent. En dat, terwijl het aantal leden groeit en men er alles aan doet om het lid-maatschap zo aantrekkelijk mogelijk te maken.

Jammer, want nu gaan dus ook de workshops vlotbouwen, waterkatapultschieten en salsadansen, die op het programma stonden, niet door. En uit betrouwbare bron heb ik vernomen, dat er daarnaast ook nog wedstrijden zaklopen, paalklimmen, touwtrekken en evenwichtsbalk zouden worden gehouden. Evenementen, die bij de visuele media altijd veel aftrek vonden, maar nu dus ook helaas niet doorgaan. De Federatie-directeur heeft te kennen gegeven, dat hij zich door menig lid in zijn hemd voelt gezet, wat natuurlijk het ergste is, wat een zichzelf respecterend nudist kan overkomen. Je zou dus kunnen zeggen, dat de nudisten er een klerenzooitje van hebben gemaakt. Ook de naakte waarheid kan soms hard zijn.

Meteen mijn dochter maar even gebeld om te horen, of zij misschien ook tot de gedupeerden behoort. Want welke moderne vader weet nog, wat zijn kinderen doen?

- Met je vader. Nog steeds op vakantie in Zalk?
- Balk.... B A L L U K.
- Dat is toch een Duitse voetballer?
- Nee pap dat is Ballak.  Je hebt de klok weer eens horen luiden....
- Over klepels gesproken... goed dat je er over begint... ben jij toevallig lid van de Naturisten Federatie?
- Wat is dat nou voor een rare vraag? Waarom zou ik daarvan lid zijn? Je weet zelf als geen ander dat ik me niet graag bloot geef.
- Zal die vriend van je wel leuk vinden...
- Waar bel je nou eigenlijk voor?
- Om te zeggen, dat dat nudistenfestival niet door gaat.
- Dat heb ik gelezen, ja. Maar wat heb ik daarmee te maken?
- Niks kennelijk. Des te beter. Prettige vakantie nog met die Ballak en hou het in de hand, hè?

Zo. Een goed gesprek kan op z'n tijd nooit kwaad.

dinsdag 21 juni 2011

Herrgott

Het zal menigeen uwer tot voldoening stemmen, hier te mogen vernemen, dat ik een paar dagen geleden een ware pelgrimstocht heb ondernemen naar de Herrgott. Ik heb de tocht (met enkele honderden anderen) ook volbracht en onderweg werd mij enige malen duidelijk te verstaan gegeven: "Sie waren den Herrgott noch nie näher".



Volop gelegenheid om
 onderweg even bij te tanken

In iets ander perspectief komt mijn "goede daad" misschien helaas te staan, wanneer ik u eerlijkheidshalve er bij vermeld, dat de Herrgott een wijngebied is boven het nederige plaatsje Wintrich aan de Moezel en de Herrgott tevens de naam is van de aldaar geproduceerde wijn. Maar om het "Weingut" te bereiken, werden toch wel degelijk lichamelijke inspanningen van formaat gevraagd, al voerde de voettocht langs een goed begaanbaar "Weinlehrpfad". Onderweg werd om educatieve redenen regelmatig halt gehouden en kon tevens naar behoefte gratis worden bijgetankt. Een goddelijke wijn, die Herrgott en het zal u niet verbazen, dat het gezelschap, voorafgegaan door de plaatselijke fanfare, in opperbeste stemming het punt bereikte, waar men "den Herrgott noch nie näher war". Er werd zelfs een dansje gewaagd. En zegt u nou zelf, wat is er mooier, dan met Herrgott aan Bacchus te offeren?
Dit Weinblütenfest heeft de lokale overheid en gezamenlijke wijnboeren heel wat liters goddelijk vocht en geld gekost, maar wat wil men, als men als 1500 inwoners tellend plaatsje uitsluitend is aangewezen op de wijnbouw en het toerisme. Is er trouwens een betere combinatie denkbaar. En ik? Ik ben nader tot God gekomen. Sterker nog: ben weer in de Herrgott gaan geloven. Proost.

donderdag 16 juni 2011

Wende(n) en keren

Omdat mijn administratieve vaardigheden uitermate pover zijn en die van mijn dochter boven alle lof verheven, bestiert zij voor een veel groter deel dan mij lief is, een fractie van mijn bezigheden en vooral die van mijn zoon. Meer nog dan zijn zuster is zij zijn secretaresse. En dat is maar goed ook, want anders was er van die jongen weinig terechtgekomen. Nú viert hij tenminste nog enige stilistische triomfen.

Ik dacht even, mij aan haar ijzeren administratieve greep te kunnen ontworstelen, nu ik mij in den vreemde bevind, maar nee hoor. Bovendien: ik mag de landsgrens dan royaal zijn gepasseerd, in den vreemde voel ik mij hier geenszins, met zoveel landgenoten om mij heen.

- Hoi pap, gaat het goed met je?
- Slechte mensen gaat het altijd goed.
- Dat spijt me dan. Ik had liever gehoord, dat het je als goed mens even wat minder ging.
- Spits hoor!
- Je weet toch, dat je eind juni en begin juli een aantal afspraken hebt.
- En jij vergeet toch niet met die Vlaamse gaai op vakantie te gaan hè? Waar gingen jullie ook al weer heen? Zalk?
- Balk.
- Ook heel mooi. Maar Zalk vind ik eigenlijk veel mooierr. Dan kan je je tot het laatste moment nog afvragen: zal-ik of zal-ik niet?
- Ook heel spits! Maar vermaak je je nog een beetje?
- Een beetje ja. Ik zit hier midden in een Wende.
- In een wat?
- Wende
- Ik ben niet blond, maar toch een beetje dom. Leg eens uit.
- Hoe je het ook wendt of keert: Duitsers houden nu eenmaal van Wendes.
- Oh Wende... Zeg dat dan. In welke Wende zit je nu dan?
- In de energie-wende. Complete politieke partijen zijn er door van kleur verschoten. Heel interessant.
- Sinds wanneer interesseer jij je voor politiek?
- Sinds het België zo voor de wind gaat omdat het geen regering meer heeft. En het einde van de Griekse beschaving in zicht is. Ik hoop, dat ik dat nog mee mag maken.
- Doe je best. Goed eten en niet te veel drinken.

Hier zit trouwens weer een taalkundig addertje onder het gras. Het Duitse en ook Nederlandse wenden betekent draaien, (om)keren, wentelen. Mocht u dus als man in de gelukkige omstandigheid verkeren, dat een vrouw zich omdraait om u na te kijken, dan kunt u er gerust van uitgaan, met een wentelteefje te doen te hebben. Ze zijn uiterst zelfzaam en dienen goed geconserveerd te worden.

woensdag 15 juni 2011

Da's niet zo logisch, hè?

Een loodgieter te Zwammerdam,
Goot lood wanneer het hem gelegen kwam.
Maar die te Goor,
Die goot maar dóór.
Zo is uitvoerig en beschaafd,
Door het gietersgilde boekgestaafd.


Raar verhaal, ik geef het toe, maar ik kan het ook niet helpen. Trouwens: eerlijk gezegd heb ik ook nog nooit een loodgieter lood zien gieten. Wel een zetter in een zetterij, waar letters uit of in lood werden gegoten, maar ook die bezigheid behoort allang tot het verleden. De enige gieter, die ik nog ken, is de bloemengieter. En mijn buurman. Die is ook vaak als een gieter.


Laatst vroeg iemand mij, of je een voyeur, die aan zijn trekken komt, een tautologie zou kunnen noemen. Niet de voyeur zelf natuurlijk, maar de stijlfiguur. Er is een zeker tautologisch verband, maar er zijn duidelijker voorbeelden te bedenken. Een homofiel zou je bijvoorbeeld aan zijn trekken kunnen laten komen (hetgeen dan een echte tautologie oplevert), maar kan dan ook een lesbienne aan haar trekken komen? Ik heb zo mijn twijfels. Daar is veeleer sprake van een contradictio in terminis. Rare taal, dat Nederlands.
 Trouwens: we zitten hier ook weer met een taalkundig probleem. Het bijvoeglijk naamwoord van tautologie is tautologisch (al heb ik dat woord nog nooit horen gebruiken), van biologie is dat biologisch en van gynaecologie dus gynaecologisch. Dat klinkt allemaal vrij logisch. En hieruit valt de nog logischer conclusie te trekken, dat het bijvoeglijk naamwoord van logie dus logischerwijs logisch zou moeten zijn. Maar nee hoor. En hoe leg ik dat nou weer mijn Senegalese (andere) buurman uit, die zo zijn best doet om Nederlands te leren? Soms is het misschien ook maar beter, dat hij de Nederlandse taal niet begrijpt. De beste man, die de status van asielzoeker heeft, blijkt inmiddels verkering te hebben gekregen, zodat een ander niets vermoedend aan hem vroeg, of hij al voor zijn uitzet aan het sparen was.
Soms vraag je je inderdaad af, of deze aarde niet de hel is van een andere planeet. Het lijkt er vaak verdacht veel op.

De Nederlandse taal is niet alleen vaak onbegrijpelijk, maar zelfs wreed en meedogenloos.

maandag 13 juni 2011

Finale

Een dunne heer en dikke schommel,
Beiden afkomstig uit Zaltbommel,
Lagen te vrijen op de Drentse hei,
Toen zij geprikt werd door een bij,
En hij vervolgens door een hommel.

Dat krijg je ervan. Hoewel ik geen insectoloog ben (eerder nog een insecticide), meen ik toch vrij zeker te weten, dat die diertjes zich door geuren laten leiden. Ook op de Drentse hei en als ze op dat moment niet welkom zijn.

"Heel vaak raak ik stevig in de stress
Als ik weer een weekend laptopless
In De Baak te Noordwijk confereer",
Zo sprak een zakenvrouw uit Zoetermeer.

Slaat helemaal nergens op, maar een mens moet wat.... Op een regenachtige Tweede Pinksterdag.

Het Concertgebouworkest uit Amsterdam,
Wist met Chailly niet wat het overkwam,
Toen het in Ludwig's fameuze Pastorale,
Zowaar gekomen was tot de Finale.

Van muziek heb ik (ook al) geen verstand, maar ik weet wel, dat de Amsterdammers die finale hebben verloren. Ondanks al die buitenlandse contractspelers. Men verloor van het Gewanthaus-orkest uit Leipzig.

zaterdag 11 juni 2011

Met name(n)

Na een uit de hand gelopen voetmassage,
Dan wel een wat frivole boekpassage,
Of een avontuurtje met een kamermeisje,
Zingen Franse vrouwen plots een ander wijsje.


Want de vrije liefde in La douce France,
Krijgt vooorlopig daar geen nieuwe kans,
Nu ook "Les Fleurs du mal" zijn uitgebloeid
Dient alle erotiek terstond te worden uitgeroeid.


Ooit lieten Franse vrouwen maar wat graag (de kleur van) hun slipje zien aan wie erin was geinteresseerd, maar nu mogen hun mannelijke collega's en superieuren er niet eens meer belangstellend naar vragen. Waar zijn de tijden van Brigitte Bardot, Jean-Luc Godard en Charles Baudelaire. Er breken voor de bakermat van de erotiek Victoriaanse tijden aan.


++++++


Nu terloops een paar politici van Franse origine zijn langsgekomen, mag een Nederlandse inbreng natuurlijk niet ontbreken. Waar Groningen vooral een aantal opmerkelijke dichters heeft voorgebracht, lijkt Friesland vooral een goede voedingsbodem voor politici te zijn. Dat je als Fries Duitse voorouders hebt, vind ik nog tot daaraantoe, maar waarom geef je je kind dan geen Nederlandse voornaam? Iedere keer als ik Halbe Zijlstra (staatssecretaris) tegenkomen, denk ik: Waar is de andere helft?

woensdag 8 juni 2011

Vloeibare Muze

- Overkomt u dat ook wel eens: je hebt ze en je bent ze kwijt
- Vlooien?
- Nee, vrouwen. Je hebt ze en je bent ze kwijt. Dat zijn woorden uit een gedicht van Jean Pierre Rawie. Hij heeft heel wat vrouwen gehad, althans in bed, maar hij was ze blijkbaar ook zó weer kwijt.
- Ja, dat is mij ook wel eens overkomen.
- Nou meneer, het is mij al een paar keer gebeurd. Je ontmoet een leuke vrouw, je denkt, dat het wat wordt, maar dan ineens staat de kleur van je overhemd haar niet aan of ze begint over andere pietluttigheden te zeuren, of ze ontmoet een vlam uit het verleden. Nou meneer, neem maar van mij aan: dan kan je het wel schudden. Als je wat ouder bent, moet je er eigenlijk niet meer aan beginnen. Ze gaan je vergelijken met hun overleden man of ze zijn op je centen uit. Dat had Rawie eerder in de gaten dan ik. En een levensstijl als DSK kan ik me niet veroorloven.
- Als wie?
- DSK.
- Ik ken wel 007.
- Ja, die wist er ook weg mee. Nee, ik bedoel die man, van wie ik me afvraag of Joseph Strauss een vourouder van hem is of Oliver Kahn een nazaat. Beierse invloeden zullen we maar zeggen. Hij heeft zogezegd de klok horen beieren en weet ook verdomd goed met de klepel om te gaan, maar hij had beter een Escort-kip kunnen bestellen.
- Met kerrie, om het nog wat pikanter te maken.
- Bijvoorbeeld. Maar even terug naar Rawie. Ként u Rawie, althans zijn gedichten?
- Zeker.
- Ook zo'n man, die zich door een vloeibare Muze laat inspireren. Maar wel heel mooi. Misschien wel daardóór zo mooi. Maar wel riskant. En dat wist ie zelf heel goed:

Heden is, na een langdurig lijden
dat hij met godsvertrouwen droeg,
Jean Pierre Rawie van ons verscheiden.
Hij komt dus niet meer in de kroeg.
Dat hij, die somber was bij tijden,
de hand niet aan zichzelve sloeg
stemt misschien nog wat tot verblijden,
al is het zo al erg genoeg.
Wat hem tot slot de dood in joeg,
de liefde of de drank, of beide? -
wij hebben door dit overlijden
een leger leven voor de boeg.
Het is zoals de Ouden zeiden:
de besten gaan altijd te vroeg.
-Ik ken het al járen uit m'n hoofd. Mooi hè? Maar hoe zou het toch komen, dat juist de dichters, die het meest aan Bacchus offerden, ook de mooiste gedichten schreven? Neem Willem Kloos nou...
-Ik heb geen idee, maar laten we er dan nog maar gauw één nemen.

maandag 6 juni 2011

Van her en der


- Is er vanavond nog iets leuks op de televisie, Mien?
- Zei je iets, Jan? Ik versta je niet. Ik ben aardappelen aan het schillen.
- Sinds wanneer versta je mij niet meer als je aardappelen schilt?
- Ik luister ook even naar de muziek op die mp3-speler, die we van de kinderen hebben gekregen. Wat zei je nou?
- Of er vanavond nog iets leuks op de televisie is?
- Zal even kijken.... Nee, voor mij niet... maar misschien voor jou: "Wie ontvoert mijn vrouw", een Duitse komedie.
- Ja, dat lijkt me wel wat.
- Dacht ik wel. Misschien kan je er nog iets van leren. Hoeveel losgeld zou je trouwens willen betalen, als ik eens ontvoerd word?
- Daar hoef ik gelukkig niet lang over na te denken.
- Hoe bedoel je, Jan? Omdat je zoveel geld toch niet hebt?
- Omdat het alleen maar interessant is om dingen of personen te ontvoeren, die wat waard zijn.
- Ik hoor het al Jan. Kijk jij vanavond maar gezellig met mij naar die quiz. Daar steek je méér van op.


In een andere Nederlandse familie Doorsnee schijnt het voorgekomen te zijn, dat Jan zelf aan Mien voorstelde om zich te laten ontvoeren. Ze mocht zelf een passende en geschikte ontvoerder uitzoeken. En dat dééd ze ook, verrassend snel. Dat gebeurde al vele jaren geleden en Jan is nog steeds aan het sparen voor het losgeld.

België blijft voor ons land toch een voorbeeld. Het is het land economisch nog nooit zo goed gegaan, sinds het geen regering meer heeft. Het zal er wel weinig mee te maken, maar ik heb recentelijk wel mijn verzameling "weerspreuken" met een paar Vlaamse kunnen aanvullen:

Eet men in juni immer nog patat,
Dan hebben we de mei-maand al gehad.

Dondert het weer eens in Dendermonde,
Dan geschiedt hetzelfde in de sponde.

Dat komt aardig overeen met twee weerspreuken, die ik op Internet vond:
In juni dondergevaar
Geeft een vruchtbaar jaar.

En:

Donderweer in juni maakt het koren dik.
(En naar Vlaamse overtuiging dus niet alléén het koren).





















zaterdag 4 juni 2011

Jong geleerd...

Een lezeres uit Wadenoijen deelde mij onlangs mede, dat op suikerzakjes, die in een tehuis voor ongehuwde moeders in Drempt worden gebruikt, de volgende tekst staat afgedrukt.

Een jonge vrouw uit Genemuiden,
Had wel de klok eens horen luiden,
Maar wist niet waar de klepel hing,
Zodat niet alles naar behoren ging.

Tja, als het kalf verdronken is, dempt men ook in Drempt de put. Je zou ook kunnen zeggen, dat daar het paard achter de wagen wordt gespannen, nog vóór men er overheen is getild. Hoe zou het toch komen, dat het menselijk falen zo vaak via het gedrag van dieren wordt verwoord?
Ik belde de lezeres uit Wadenoijen om te vragen, of ik het gedichtje mocht publiceren.
- Natuurlijk. Anders zou ik het toch niet eens gestuurd hebben?
- Dat is zo.
- Als u mijn naam er maar niet bij zet. Want het is natuurlijk wel duidelijk, dat ik onlangs zelf ook in dat tehuis heb gezeten. Bijna allemaal campinggevallen.
- Ongevallen dus eigenlijk...
- Zo zou het ook kunnen noemen. Campings zijn broedplaatsen van criminaliteit en ongewenst ouderschap.
- Is het zo erg?
- Tuurlijk. Je ontmoet een leuke vent. Niks aan de hand. Maar dan maakt hij je het hof en leidt je vervolgens om de tuin. Eigen schuld en een tijdje later een dikke bult.
- En nu?
- Geen idee. Ik heb alleen zijn weinig voorkomende voornaam onthouden en die heb ik ook aan mijn zoon gegeven. Dat kan hem misschien later van pas komen, als hij over een jaar of dertig op zoek wil naar zijn roots en ik er waarschijnlijk niet meer ben.
- U bent toch niet .. eh ziek of zoiets?
- Nee hoor, maar wel 55.

donderdag 2 juni 2011

Vissen

Op een plaats, waar nauwelijks menselijke activiteiten vielen te verwachten, zat een man te vissen, half verscholen in het hoog opgroeiende gras. Zijn vis-uitrusting zag er uiterst bescheiden en weinig professioneel uit.
"En? Willen ze nog een beetje bijten?", vroeg ik belangstellend, terwijl ik mijn fiets in de berm legde.
"Nee, niet echt. Maar dat hoeft ook niet".
"Hoeft ook niet?"
De man keek me onderzoekend aan, alsof hij zich er eerst van wilde overtuigen of mijn interesse wel oprecht was, of ik het wel waard was om iets toe te vertrouwen, zo leek het wel.
"Ach meneer, weet u wat het is: die hengel is maar flauwekul. Ik zit eigenlijk helemáál niet te vissen. Ik hóu zelfs niet eens van vissen. Vroeger zat ik hier vaak. Zonder hengel. Gewoon wat te dromen, over het leven na te denken, herinneringen op te halen, zoekend naar dingen, mensen, gebeurtenissen, die ik vergeten was. Een soort vissen in het verleden, zou je kunnen zeggen. Heerlijk rustig. Alleen het geluid van het water, de wind en de vogels. Tot er op een dag ineens zo'n soort hulpverlener naast me stond. U kent die types wel: actief als het niet hoeft en afwezig als ze nodig zijn. Of hij iets voor me kon doen? Of alles goed met me was? Ik hoef het u niet verder uit te leggen".
"En?"
"Ik heb 'm in veel te vriendelijke woorden gezegd, dat hij zéker iets voor me kon doen en wel zo gauw mogelijk ophoepelen. Eigenlijk had ik 'm een klap voor z'n kanus moeten verkopen, om het maar eens in onvervalst Amsterdams te zeggen, maar daar ben je dan net weer iets te fatsoenlijk voor. Als je op een plek als deze een tijdje alleen zit, wekt dat kennelijk argwaan en denken de mensen, dat je een eind aan je leven wilt maken of zoiets. Daarom doe ik tegenwoordig maar net, of ik zit te vissen. Dat is dan blijkbaar niet verdacht".
"Mensen zijn achterdochtig geworden", zei ik, toen hij even zweeg.
"Dat zeker. Laatst kwam hier een jongetje van een jaar of tien naast me zitten. Waar hij zo ineens vandaan kwam, weet ik niet. Ik heb een hele tijd genoeglijk met 'm zitten praten, maar ik kan niet zeggen, dat ik me erg op mijn gemak voelde".
"U bedoelt, dat..."
"Ik zal u wat leuks vertellen: een jaar of vijftien geleden liep ik in een warenhuis, toen een knulletje van een jaar of vijf naar mij wees en tegen zijn moeder zei: "Kijk, daar is papa". Ik legde mijn hand op zijn blonde krulletjes, boog me voorover en zei, met een glimlach naar zijn moeder: "Ik ben je papa niet. Was het maar waar". De vrouw glimlachte terug en maakte een verontschuldigend gebaar. Ik zal het nooit vergeten. Als me vandaag hetzelfde zou overkomen, zat ik vijf minuten later in de cel. Het is precies wat u zei: de mensen zijn achterdochtig geworden. Het vertrouwen is er niet meer. Misschien hebben we het er met z'n allen wel naar gemaakt".
In het gras lag een notitieboekje. De man zag, dat ik er naar keek.
"U denkt misschien, dat ik daarin noteer, wat ik op een dag heb gevangen. In zekere zin is dat misschien ook wel zo, want ik schrijf er mijn herinneringen in op. Soms is een enkel woord genoeg. En soms dwingen de emoties me wel eens tot wat meer. Een mens is nu eenmaal wat zijn omgeving hem of haar ervan heeft laten maken".

woensdag 1 juni 2011

Spel

"Ach meneer, jonge kinderen drínken te veel en ouderen bewégen te weinig. Ik heb het altijd al gezegd: het drankprobleem begint al aan de moederborst. Niet dan?"
Ik knikte instemmend, want er leek me weinig ruimte voor tegenspraak.
"Maar gelukkig kan ik m'n arm in ieder geval nog goed bewegen, want als dít niet meer lukt, is voor mij de lol er af". En demonstratief nam hij het voor hem staande  glas en bracht het langzaam naar zijn mond.
"Zonder smeermiddel loopt de boel bovendien vast", lichtte hij toe.
"En hoe is het met de rest van de scharnieren gesteld?" vroeg ik belangstellend.
'Niet best, maar gelukkig kan je bij deze hobby blijven zitten", zei hij, terwijl hij zijn glas in de hoogte hield. "De knieën vertikken het. Iets van frambose of trombose of zoiets".
"Artrose", veronderstelde ik.
"Kan óók wel. In ieder geval piept en kraakt het daar".
"Geen hulptroepen beschikbaar?"
"M'n vrouw is overleden en m'n kinderen zouden me het liefst in een tehuis opbergen. Maar voorlopig red ik me nog wel, nietwaar Helga? Mag ik er nog eentje?".
De met Helga aangesprokene bleek niet de uit de kluiten gewassen vrouw, die de drankverstrekking bestierde, maar een klein vrouwtje, vermoedelijk nog net aan de goede kant van de zestig, dat een paar tafeltjes verder met een kruiswoordpuzzel zat te worstelen.
"M'n buurvrouw", verklaarde de man. "Ze houdt me een beetje in de gaten".
"Is dat nodig dan?"
"Of dat nodig is", mengde de vrouw zich nadrukkelijk in het gesprek. "Laat hem maar schuiven. Met Kees hoef je heus geen medelijden te hebben hoor. Z'n knieën doen het misschien niet zo best meer, maar de rest funktioneert nog uitstekend".
"Helga... Straks maak je die meneer nog nieuwsgierig".
"Die meneer mag best weten, wat je allemaal nog kunt. Maar vertel me eerst even: een berg op Kreta.. drie letters.."
"De Mount Everest".
"Past niet".
"De Holterberg dan".
"Is ook nog te groot".
"Dan zal het de Ida wel wezen. Méér bergen ken ik niet".
"Bergen-aan-Zee ken je toch wel? Maar Ida zal wel goed zijn. Kom Kees, we gaan. We laten de ballen nog even rollen".

En veel minder moeizaam dan ik dacht verliet hij met Helga het café. Niet veel later trof ik ze aan op een door dikke beuken omzoomde laan, helemaal verdiept in hun jeu de boules.
"Wie wint er?" vroeg ik.
"Zij. Ik kan er eigenlijk geen bal van".