Deze weblog beoogt niet meer (en ook niet minder) dan een proeftuintje te zijn, waarin wordt geëxperimenteerd en gejongleerd met taal, zowel in proza als in poëzie. Neemt u de inhoud niet altijd even serieus: Wahrheit und Dichtung kunnen mijlenver uiteen liggen, maar soms ook verrassend dicht bij elkaar.

En schroomt u vooral niet om te reageren: rebekking@gmail.com


maandag 28 februari 2011

Wasknijper

Ik zat juist een bijdrage aan het lokale rioleringsstelsel te leveren, toen de gsm zich in mijn broekzak begon te roeren. Het duurde even voor ik hem vanuit deze weinig comfortabele houding gevonden had.
- Hoi pap, heb je even tijd?
- Ik stond net op het punt om naar de kroeg te gaan...
- Oh, dat kan wel even wachten. Wat klink je trouwens hol...
- Oh ja?
- Je hebt het maar druk met je weblog. Maar worden je stukjes ook gelezen? Ze zijn wel leuk hoor, maar ze hebben zo weinig diepgang.
- Zo, vind je dat?
- Nou ja, als je lezers het maar leuk vinden. Daar gaat het uiteindelijk toch om. En denk je echt, dat ze allemaal geloven, wat je schrijft? Zoals over dat bordje op die begraafplaats? Wat hoor ik toch allemaal voor rare geluiden?
- Ik spoel nu even door.
- Oh, nou begrijp ik, waarom je zo hol klonk.
- Zeg Ger, even wat anders. Heb jij wel eens van Leo Ross gehoord?
- Nee, wie moet dat zijn?
- Iemand die ruim een half jaar in het ziekenhuis heeft gelegen en toen volgens de flaptekst 's nachts gedichtjes is gaan schrijven. Uit verveling waarschijnlijk. En ze zijn nog uitgegeven ook. "Grafschriften en andere onaangename versjes". Vreselijk. Ze hadden die man nooit in het ziekenhuis moeten toelaten. Was dat boekje ook nooit verschenen.
- En jij hebt dat boekje natuurlijk weer gekocht.
- Ja. Had ik inderdaad nooit moeten doen.
- Je koopt ook veel te impulsief. Je krijgt al die boeken niet eens meer gelezen.
- En jij tróuwt veel te impulsief. Overtollige boeken kan je altijd nog op Marktplaats aanbieden, maar met een overtollige vent wordt dat wat moeilijker. Zou trouwens wel een stunt zijn geweest, als je dat vorig jaar gedaan had. "Aangeboden: man van middelbare leeftijd. Weinig gebruikt. Gratis af te halen". Of iets dergelijks. Trouwens, nu we het daar toch over hebben: ik hoorde, dat je lid bent geworden van "Wasknijper".
- Hoe weet je dat?
- Kwestie van relaties. En netwerken hè? 
- Vind niet leuk, dat je dat weet.
- Dat kan ik me voorstellen. Pas wel een beetje op jezelf. Zal ik je nog een paar gedichtjes van Leo Ross voorlezen?
- Nee, alsjeblieft niet. Ga jij maar gauw naar de kroeg, dat lijkt me beter. Als je je mond maar houdt over "Wasknijper".

zondag 27 februari 2011

Naar de bollen

De dood is zijn lust en zijn leven. Dat bleek gisteren weer eens, toen ik met begrafenisondernemer-in-ruste Lodewijk van Alledin een begraafplaats in de bollenstreek bezocht om er, iets minder begaafd dan Plato en Socrates dat deden, al wandelend wat te filosoferen over de vergankelijkheid van het bestaan. Het was er ook echt weer voor: een druilerige dag in februari. Hoewel Lo niet meer actief graaft, schrijft hij wel regelmatig grafschriften en schijnt er af en toe ook nog wat mee te verdienen. De inspiratie doet hij op tijdens bezoeken aan begraafplaatsen, maar ook overlijdensadvertenties in sommige kranten zijn vaak een dankbare bron.
- Je lacht je dood als je ziet, wat dáárin soms allemaal te lezen staat.
We passeren het graf van een bollenkweker en even moet ik denken aan het gedichtje, dat Fons Jansen schreef over zo'n bollenboer:


Ik lig mij hier al jaren
Enorm te verwonderen:
Nu zie ik dan de bollen
Ook een keer van onderen.


- Da's in ieder geval beter dan die distichons van Leo Ross. Is het je trouwens wel eens opgevallen, dat mensen, die langdurig in een ziekenhuis hebben gelegen en vaak bijna klant van mij zijn geworden, om het zo maar eens uit te drukken, dat die, als ze eenmaal weer thuis zijn, ineens gedichten en verhalen gaan schrijven?
- Ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Je wordt tenslotte met de betrekkelijkheid van het één en ander geconfronteerd, gaat daarover nadenken en wilt daar dan ook wel iets over kwijt.
- Nou, in ieder geval zijn die "Grafdichten en andere onaangename versjes" van Leo Ross niet te pruimen.Hij had nooit zo lang in het ziekenhuis moeten liggen. Ik hóór nog liever Martin Ros dan dat ik Leo lees..... Hé, kijk hier eens. Is dát niet grappig?
Naast een graf staat een half verweerd en vergaan bordje, met daarop nog duidelijk leesbaar:


Wil, wandelaar, mij eventjes gedenken:
Ik lag jarenlang steeds voor u klaar.
Ook and're standen waren geen bezwaar,
Maar helaas, ik kan u niet meer wenken.


- Leuk toch? Ik zal er ook weer eens een paar schrijven. Bijvoorbeeld over Adriaan en Kobus Hesie.
Ik kijk hem vragend aan.
- Leg ik je nog wel uit.

vrijdag 25 februari 2011

Stoep

De Telegraaf had gisteren een kwart pagina over voor de "stomste stoep van Nederland". Daar moest ik natuurlijk méér van weten, dus maar even Apeldoorn gebeld, waar die stoep bleek te zijn aangelegd. Vierhonderd meter lang, bestaande uit betonplaten met een onderlinge tussenruimte van ruim twintig centimeter. Vrijwel onbegaanbaar voor de bewoners van een aangrenzend centrum voor gehandicapte bejaarden. Er hebben zich al diverse valpartijen voorgedaan en andere ongemakken met rollators e.d. Maar klagen helpt niet. De verantwoordelijke wethouder:
- Die oudjes moeten niet zo zeuren. Door een fout in de berekening kwamen we voor deze stoep eigenlijk zes betonplaten te kort. Dat is jammer, maar dat probleem hebben we opgelost, door de platen gewoon wat verder uit elkaar te leggen. In de politiek moet je wel vaker van de nood een deugd maken. Niks aan de hand hoor. Mij zijn een paar gevallen van gevallen bejaarden bekend. Maar bejaarden vallen overal, dus ook hier. Best mogelijk, dat er af en toe een rollator vast komt te zitten, maar tot nu toe zijn die steeds binnen een half uur weer losgetrokken.
- Toch zijn die omwonenden er niet erg blij mee.
- Ach meneer, waar maak je een bejaarde tegenwoordig nog blij mee? Ze kosten de gemeenschap alleen maar geld. Nooit tevreden en altijd maar zeuren, dat het vroeger zoveel beter was. Ga er maar aan staan. Maar we gaan die ruimte tussen de platen inzaaien met gras, zodat we prachtige groenstroken krijgen. Het probleem lost zich vanzelf op. En bij de plantsoenendienst hebben we genoeg mensen met taakstraffen rondlopen, die mooi voor het onderhoud kunnen zorgen. Wat is er nou mooier dan straks een frauderende directeur van een woningbouwcorporatie daar het onkruid te zien wieden? Nou dan....
- De bewoners noemen die betonplaten zelf al grafzerken....
- Dat is natuurlijk een beetje overdreven, maar ik kan me die gedachtegang wel voorstellen, zeker bij oudere mensen, als u begrijpt wat ik bedoel... Maar wij hebben daar positief op ingehaakt door de buurt- of bewonerscommissie toestemming te geven om bepaalde voorvallen in die platen vast te leggen, er in te beitelen, zodat die platen  uiteindelijk toch iets van grafzerken weg hebben. Tussen ons gezegd en gezwegen: daar komt natuurlijk niets van terecht, want je komt nog niet met een drilboor in dat beton. Maar dat merken ze vanzelf wel.
- Heeft u nog meer van dergelijke hindernisbanen in Apeldoorn?
- Jazeker! En een hele mooie, midden in de stad. U zou eigenlijk hier eens moeten komen kijken. Een sterk golvende voetbrug naar een fraai gelegen appartementsgebouw. Die golving symboliseert geloof ik de golfslag van het water, waaraan dat gebouw is gelegen. Maar omdat er een paar hele steile stukken in zitten, zien sommige mensen er ook wel de grafiek van de verkiezingsresultaten van het CDA in de afgelopen jaren in. Vind ik óók prima.
- Maar dus eigenlijk ontoegankelijk voor mensen, die minder goed ter been zijn?
- Volkomen. Maar die hebben er ook niks te zoeken.
- Maar moet zo'n appartementsgebouw niet volgens wettelijk voorschrift ook voor mensen met een rollator of rolstoel toegankelijk zijn?
- Zou best kunnen. Maar in de politiek moet je altijd zaken tegen elkaar afwegen. En soms weegt schoonheid zwaarder dan bijvoorbeeld toegankelijkheid. Bovendien: als je slecht ter been bent, koop je natuurlijk geen appartement dat je nauwelijks kunt bereiken of verlaten. Toch?
- En bezoekers dan? 
- Ja, die zie je daar inderdaad wel eens worstelen. Soms lijken het net bergbeklimmers. Het laatste stuk van de brug loopt behoorlijk steil omlaag en komt rechtstreeks op een vrij drukke weg uit. Het is een kostelijk gezicht om te zien hoe op het laatste moment iemand met een rolstoel of rollator stevig in de remmen moet. Soms schiet er wel eens één door, maar het is tot nu toe altijd goed gegaan. En als u eens wist, hoeveel verzoeken we krijgen om die brug in het parcours van allerlei behendigheidswedstrijden te mogen opnemen.... U moet echt zelf eens komen kijken. Zien is weten, zeg ik maar.


Volgende week verkiezingen.... Ik weet het echt niet meer.

donderdag 24 februari 2011

Ontwapenend

Nog niet zo lang geleden moest Angela Merkel erkennen, dat de culturele integratie was mislukt. Geert Wilders lag er niet van wakker en ik evenmin, want je ziet het dagelijks om je heen verkeerd gaan. Op bilateraal niveau lukt de integratie al niet eens, laat staan in groter verband. Ik ben er zelf een keer getuige van geweest:


Toen zij op een Afghaan afging,
Of haar leven ervan af hing,
Wist zij, dat tussen twee culturen,
Een huwelijk nooit lang kon duren.


Wilde zij niet afgaan als een gieter,
Dan maar liever geen gesodemieter.
Dus heeft ze Hassan laten staan,
En is er met Jan-Kees vandoor gegaan.


Moraal van bovenstaande regels:
Trouw primair steeds om de pegels.
Want is men van verschillend bloed,
Blijkt steeds, dat liefde niet voldoet.


Waarmee ik u natuurlijk niets nieuws vertel. Op Amor's glibberige paden moet je je nu eenmaal voorzichtig voortbewegen en je met de juiste middelen voor ongemakken behoeden. Goed, je loopt behalve tegen een mooie vrouw ook wel eens tegen een teleurstelling op, zoals mij op jeugdige leeftijd eens is overkomen en als "In nevelen gehuld" bewaard is gebleven:


De dag vangt aan in tinten grijs,
Een wereld met maar twee dimensies,
Doch langzaam geeft de mist contouren prijs:
Ik zie objecten met hun referenties.


Maar van háár ontbreken alle sporen.
Nog niet het vaagste silhouet,
Ik beschouw haar als verloren,
En ga ontmoedigd weer naar bed.


Mijn dochter - u inmiddels wel bekend - liet zich wat sneller en gemakkelijker inpalmen. Maar is inmiddels al weer een jaar "prettig gescheiden". Gisteravond vertrouwde ze me toe: "Ik mis mijn ex nog steeds, maar ik begin wel beter te richten..."

woensdag 23 februari 2011

Uitzonderlijk

Vele jaren geleden deed geruisloos en haast onmerkbaar een begrafenisondernemer zijn intrede in mijn kennissenkring.  De eerste ontmoeting was gelukkig niet op zijn werkplek, maar in de bar van een gerenommeerd hotel, waar hij in uitermate herkenbaar Amsterdams een groep congresgangers uitstekend wist te vermaken met zijn hoofdstedelijke humor. 
Het laatste wat ik achter hem zocht was wel een begrafenisondernemer. die urenlang zijn gezicht in de plooi weet te houden en een toonbeeld is van dienstbetoon en meelevendheid. Als toevallig eens iemand aan hem vroeg, wat hij voor de kost deed, zei hij altijd, dat hij veel ondergronds werk deed en altijd zwart. De enkeling, die verder vroeg, wilde hij nog wel eens toevertrouwen, dat hij "kuilengraver" was. Hij deed dat in dermate wollige bewoordingen, dat je eerder aan valkuilen dacht dan aan enige andere kuil en menigeen vermoedde in hem dan ook een hypotheekverstrekker, in ieder geval iemand uit het financiële circuit.


En hij heeft kennelijk goed geboerd, figuurlijk in althans. Misschien hebben zich in zijn werkgebied wat rampen voltrokken. Hij was in ieder geval al vrij snel binnen. En wat doet een man die binnen is? Die gaat buiten wonen. Hij liet een tweede huisje bouwen in de bollenstreek en schijnt ook dáár nog het meest geïnteresseerd te zijn in wat er onder de grond gebeurt. Hem kennende verbaasde het me dan ook niet, dat hij zijn huisje de naam "Uitzonderlijk" gaf. Inderdaad: uit zonder lijk.
Hij verzamelt grafschriften, schrijft ze zelf ook, heeft zijn eigen grafschrift al klaar liggen en wees mij een paar jaar terug op het bestaan van "Der lustige Friedhof" in het Oostenrijkse Kramsach, waar ik vorig jaar ben geweest, zoals ik u hier eerder liet weten.
Een vrolijke man, die Lodewijk. Een man ook, die zich niet zo snel laat kisten. En mocht dat ooit wel moeten gebeuren, dan zal er op zijn grafsteen staan:


Hier rust Lodewijk van Alledin,
Hij groef kuilen voor een ander
En ligt er eindelijk nu zelf in.


Maar zover is het nog lang niet. Hij en zijn grafschriften zullen hier ongetwijfeld nog vaak aan de orde komen. Hier alvast een voorbeeldje:


Hij hield van ruzies en van twisten,
Liet zich door niets en niemand kisten,
En is - na zijn dood wel te verstaan -
Dan ook in rook ten hemel opgegaan.



dinsdag 22 februari 2011

De pinkelwinkel

Ik had u graag nog wat willen vertellen over de plaswinkel, die Eric Treurniet (een naam, die nog heel toepasselijk zou kunnen blijken bij de opzet van een complete keten van die winkels in eigen en buitenland) vorige week in de Amsterdamse Kalverstraat heeft geopend, maar mijn dochter heeft het me verboden. Nou... verboden.... Maar het me in ieder geval vriendelijk doch dringend afgeraden.
- Denk je nou echt, dat de mensen daarop zitten te wachten? En bovendien: wat moeten ze wel van je denken? Al die vieze praat....
Nu is een discussie met een vrouw altijd nuttig voor de ontwikkeling of het op de proef stellen van het redelijkheidsgevoel bij de één en de spreekvaardigheid of het geduld bij de ander. Of omgekeerd. Ik had me natuurlijk kunnen beroepen op de slogan van één of andere wijsneus, die eens oreerde: "Spreek een vrouw nooit tegen. Ze doet het zelf wel". Maar dat vind ik toch iets te kort door de bocht. En ook een beetje kinderachtig. Dus heb ik mijn dochter het voordeel van de twijfel maar gegund. Bovendien is er inmiddels op Internet voldoende over die plaswinkel te vinden.


Dat neemt niet weg, dat ik het graag nog even met u had willen hebben over de bedrijfseconomische kant van de zaak, want sinds de uitvinding van het Monopolyspel is de Kalverstraat de duurste winkelstraat van ons land en moet je toch een behoorlijke omzet draaien om tot een acceptabel rendement te komen. Ik had ook graag het voorafgaande marktonderzoek, inclusief de straatinterviews, met u willen doornemen, want eerst zal een dergelijk onderzoek toch moeten aantonen, dat er behoefte bestaat om in de Kalverstraat je behoefte te doen, nietwaar? Want je zult maar op de Overtoom aan het winkelen zijn en je kind krijgt ineens hoge nood. Dan is het nog een hele tippel naar de zeikshop.


Polemieken en discussies met vrouwen kunnen soms heel verfrissend zijn, maar ook wel eens tot verrassende en onvoorziene resultaten leiden. Zoals mij eens is gebleken tijdens een symposium in Noordwijk aan Zee (of Bergen-Binnen, daar wil ik even af wezen). Ik nam nogal actief aan een discussie deel en verkondigde blijkbaar een standpunt, dat niet geheel gedeeld werd door een naast mij zittende vrouw. Toen ik uitgesproken was zei ze, met een onmiskenbaar buitenlands accent: "Ik wil nog wel eens met u in het bad". Dat was in dit geval niet aan dovemansoren gezegd. Groot was dan ook mijn teleurstelling, toen tijdens de voorbereidende handelingen bleek, dat zij niet HET bad bedoelde, maar DEbat.

Zo zie je maar, wat voor verstrekkende gevolgen het gebruik van een verkeerd lidwoord kan hebben.

maandag 21 februari 2011

Toedeloe

als luffeltjes

Of Nederlanders zich in het Duits en Engels zo goed weten te redden als zij dikwijls pretenderen, is sinds Louis van Gaal in München werkt, zeer twijfelachtig geworden. In een overmoedige bui liet hij onlangs een verslaggever weten, dat hij met zijn vrouw in bed ligt als "twee luffeltjes". Ik moest onmiddellijk denken aan een vrouw, die jaren geleden eens de redactie van Libelle om advies vroeg: "Lieve Lita, mijn man blijkt homofiel. Moet ik hem nu de rug toekeren?" Zo'n vaart zal het bij Van Gaal niet lopen. Hij ziet al genoeg mannelijk geknuffel voor zijn ogen en wordt, als het zijn club goed gaat, daar zelf ook regelmatig in betrokken. Thuis zal hij waarschijnlijk wel wat anders willen.


Jaren geleden overkwam het een vriend van mij, dat hij in een etablissement in Duitsland een sigaretje wilde opsteken. Dat mocht toen nog, ook al trof hij geen asbak aan op tafel. Dus vroeg hij in zijn beste Duits de ober om een "asbach" en keek heel verrast op, toen even later een glas cognac voor hem werd gezet.

In ons land wordt de informele groet toedeloe, hoewel niet voorkomend in de Van Dale en evenmin in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie, toch regelmatig gebruikt naast doei, hoi, ciao, doeg en bye.
Maar waar komt dat woord toedeloe nou eigenlijk vandaan? De schrijver van het carnavalslied "Toedeloe" en de eigenaar van het Amsterdamse café "Toedeloe" zullen daar in ieder geval geen flauwe notie van hebben gehad, anders hadden zij zich wel bedacht om hun song en kroeg zo te noemen.

Zonder het op dat moment zelf te weten, ben ik jaren terug waarschijnlijk getuige geweest van het ontstaan van het woord toedeloe, als groet dan. Naast mij in een restaurant zaten een man en een vrouw, die daar kennelijk een afspraakje hadden. Een "date", zouden we nu zeggen. Op een gegeven moment stond de man op en wilde weglopen. Hij had, al naar gelang zijn sociale status en zijn relatie tot de vrouw, kunnen zeggen : "Ik ga even pissen" of "Ik ga even achter het haakje", dan wel "Ik ga me even ontwateren" of woorden van gelijke strekking, maar hij zei helemaal niets. Tot de vrouw ietwat ongerust vroeg: "Waar ga je naar toe?" De man draaide zich om, zwaaide even naar de vrouw en zei alleen maar: "Toedeloe". Sindsdien heeft het woord zich als informele groet snel door ons land en onze taaltuin verspreid en niemand zoekt er ook iets achter als een kennis bij het afscheid nemen "toedeloe" tegen hem zegt.

Maar de man in het restaurant zei helemaal geen "toedeloe", maar "to the loo" en dat betekent niet "naar 't Loo" bij Apeldoorn, maar - u raadt het al: naar het toilet. Het Engelse "loo" (uitgesproken dus als "loe") is familair voor WC. Alleen de eigenaar van een onlangs geopende "plaswinkel" in de Kalverstraat te Amsterdam heeft dat begrepen en zijn zaak dan ook heel terecht 2theloo genoemd. (Zie de NRC van woensdag 16 februari j.l., pag.20). Op deze plaswinkel, waarvoor ik intussen om auteursrechtelijke redenen de naam zeikshop heb gereserveerd, kom ik nog terug.





zondag 20 februari 2011

Cyclus

Volgens sommigen zal ik nooit zo oud worden als ik eruit zie. Hoewel dat geen vleiende en evenmin een erg bemoedigende gedachte is, bereid ik me op de juistheid ervan toch maar voor, want


Ik vrees het spookbeeld van de ouderdom:
Je tanden vals, je rug en benen krom,
Gezichts- en spraakvermogen aangetast,
Een ander, die je kleren en je lichaam wast,
En derden, die zich over je ontfermen,
Je tegen onheil zeggen te beschermen...


En als je daarin eindelijk berusting vindt,
Dringt zich het evenbeeld op van een kind,
Dat net als jij, onzeker, hulpbehoevend,
Zijn toegediende eten kritisch proevend -
Door ieder als onmondig wordt beschouwd,
Zodat er geen verschil lijkt tussen jong en oud.


Zo zullen daarom kind en veteraan
Steeds aan de zijkant van het leven staan.


Je leert lopen achter een blokkenwagen. En je hoopt nog even te kunnen blijven lopen achter een rollator. Maar de kring is rond. Niettemin een prettige zondag.

zaterdag 19 februari 2011

Man & paard

Vrij algemeen wordt aanvaard, dat een mens een hoofd en benen heeft en een dier een kop en poten, al worden daarop door sommigen wel uitzonderingen gemaakt. Zo zijn er mensen, die om mij nooit duidelijk geworden redenen vinden, dat een paard een hoofd heeft en benen. Anderzijds heb ik een mens wel eens tegen een ander mens horen zeggen: "Blijf met je poten van (me, mijn vrouw, mijn kinderen) af". Helemaal consequent zijn we in het gebruik van menselijke en dierlijke ledematen dus niet en zelfs soms koppig. We spreken ook van een "potige" kerel, terwijl het dus eigenlijk "benig" zou moeten zijn.
Ik stel deze kwestie hier even aan de orde en ter discussie, omdat ik met het juiste gebruik van poten, benen, kop en hoofd een beetje in de problemen kwam bij het maken van een gedichtje:


Een eigenzinnig paard uit Made,
Ging in Zandvoort beentje baden.
Maar wat te ver in zee - o wonder,
Daar ging het bijna hoofdje onder.


"Dat is wel een discussie waard", 
Vermoedde toen dat hoofdig paard
En spoedde zich toen heel snel henen,
De staart beschaamd tussen de poten.


En nu maar zien, wie er het eerst reageert: één of meerderen van mijn trouwe lezers of mijn dochter. Want u zult inmiddels wel gemerkt hebben hoe kritisch en bijna hinderlijk zij haar vader volgt. Tot leeringh ende vermaeck misschien, maar toch...

donderdag 17 februari 2011

Fietsen

Fiets gestolen? Pech gehad.
Dan er zelf maar één gejat.


De fiets is in ons land inmiddels collectief bezit geworden en wordt derhalve geacht, wit van kleur te zijn. En niet langer op slot te staan of aan gemeentelijke eigendommen als lantaarnpalen, brugleuningen en hekken, verkeers- en reclameborden e.d. vastgemaakt te zijn. Stond er voor de oorlog nog een gevangenisstraf van een jaar op het stelen van een fiets, nu hoef je als slachtoffer niet eens meer aangifte te doen. Je mag via Internet nog wel een formulier invullen, maar dat wordt niet gebruikt ten behoeve van de opsporing, maar uitsluitend voor de statistieken. Die dus een volstrekt verkeerd beeld geven, want het invullen heet vijf minuten te kosten, maar als je er na twintig minuten mee klaar bent en het formulier wilt verzenden, blijkt de "pagina verlopen" en kan je dus opnieuw beginnen. Dan maar liever meteen zelf een fiets geleend.


Een ander, maar met het bovenstaande wellicht toch verband houdend advies stond (en staat misschien nog wel) in de handleiding van de Sparta-ION-fiets. "Verwijder het achterwiel niet. Het verwijderen kan de prestaties van de fiets beïnvloeden". 't Is maar dat u het weet. Door medici wordt op hun vakgebied hetzelfde geadviseerd. U hoeft "fiets" maar te vervangen door "mens" en "achterwiel" door "hart". Dat moet met de moderne techniek toch een kleine moeite zijn.


Nog een paar maanden en ik word door Maarten Ducrot en Herbert Dijkstra weer helemaal bijgepraat over "het nieuwe fietsen" (en dus niet over nieuwe fietsen, want dat is heel wat anders). Ik zie er nu al naar uit, want hun dagelijks commentaar verrijkt men wielerjargon en mijn kennis van het fietsen en het gebruik van tweewielers aanzienlijk. Jammer, dat Johan Cruijff alleen maar verstand heeft van voetballen, anders werden we vast nog wel verrast met een uitspraak in de trant van "Elk voorwiel hep ze achterwiel".

woensdag 16 februari 2011

Natuur & milieu

Toen ik eens voor't eerst een vrouw bezocht,
En voor haar wel vierentwintig rozen kocht,
Is het mij toch waarlijk overkomen,
Dat me dat niet in dank werd afgenomen.


Nu, diverse decennia later, denk ik met een glimlach terug aan dit voorval. Maar toen zat ik er toch behoorlijk mee in m'n maag. Sta je daar met hoopvolle verwachtingen en een grote bos rozen op de stoep en krijg je meteen na binnenkomst te horen, dat de bloemen niet op prijs worden gesteld, omdat die in de natuur thuishoren en niet in een vaas. Zo dacht ze erover en zo zéi ze het ook. Nee, erg behaaglijk voelde ik me niet en het is dan ook niks geworden. Maar ik hád het natuurlijk kunnen weten, want ze woonde in een zomerhuisje, dat deel uitmaakte van een stevig omheinde verzameling van vergelijkbare huisjes én bewoners, allemaal de naturistische beginselen toegedaan, al heb ik er die avond weinig van gemerkt. Nee, ik ben niet erg aan mijn trekken gekomen.


Aan deze treurige ervaring moest ik denken, toen ik elders een digitale discussie over Valentijnsdag las en een deelnemer openhartig bekende, op zulke (en alle andere) dagen een ander nooit met een bos bloemen te zullen verrassen, om hierboven  gemelde redenen. Zelf neem ik in het vervolg maar kunstbloemen mee. Die zijn weliswaar wat duurder, maar gaan veel langer mee. De noodzaak daartoe heeft zich echter sindsdien nooit voorgedaan.


Het zijn steeds weer de mensen en de menselijke activiteiten op kleine en grote schaal, die flora en fauna én de mensheid zelf bedreigen en zelfs het hele klimaat ontregelen. Het is de mens, die het evenwicht op aarde verstoort. En daar is natuurlijk heel gemakkelijk iets aan te doen. Een beetje radicaal, maar wel heel effectief. Milieugroepen zijn op de goede weg. Ze vergeten alleen, dat iedere verbetering bij jezelf begint. Als ze daar maar van doordrongen zijn, valt binnenkort een grote opruiming te verwachten. En krijgt Nevil Shute toch nog zijn zin.
Voorlopig houd ik het erop, dat God lang geleden wat al te voortvarend in zijn werkplaats bezig is geweest. Net één diersoort teveel gemaakt.
-------------
Bovenstaand stukje had ik nog maar net aan de openbaarheid prijs gegeven of de telefoon ging alweer. Dat kon alleen mijn dochter maar wezen.
- Hoi pa, met Arnold. Nou ken ik je weer. Wat een strijdlust. Een beetje radicaal en zelfs blasfemistisch, maar dat mag ik weg. Ik las je stukje net bij Gerda op de computer.
- Dag Nol, da's lang geleden... Maar leuk, dat je mijn stukje weet te waarderen. Je zus zal er waarschijnlijk wel anders over denken.
- Ja, dat geloof ik wel. Ze rukt de telefoon al bijna uit mijn hand. Hier is ze...
- Hoi pa, is dat echt gebeurd, met die bloemen? Of heb je maar weer wat verzonnen?
- Echt gebeurd.
- Daar heb ik je anders nooit over gehoord.
- Was ook ver voor jouw tijd. Nou.... ver .... maar in ieder geval voor jouw tijd.
- En als je over God spreekt, mag je dat wel eens wat eerbiediger doen. En het bezittelijk voornaamwoord "zijn" met een hoofdletter schrijven. En werkplaats.... Nee pap, niet erg fijntjes....
- En dan heb ik het over de tekenkamer nog niet eens gehad. Want daar wordt ontworpen, wat in de werkplaats in elkaar wordt geknutseld. Bezie de mens en oordeel zelf: veel bijzonders is het niet geworden.
- Nou pap, ik hoor het al. Ga maar weer gauw gedichtjes schrijven over bijtjes en bloemetjes. Daar zal niemand zich aan storen. Als je het tenminste een beetje netjes houdt.
- Ja, met je vader weet je maar nooit....

dinsdag 15 februari 2011

Werkplaats

De entree van het complex heeft nog wel iets weg van een theater: een grote hal met rechts een uit de kluiten gewassen receptie met dito receptioniste achter de balie en links een ondanks het vroege uur al redelijk bezette foyer, maar als daarna al gauw een groot aantal geparkeerde rollators zichtbaar wordt, moet de indruk van een schouwburg snel worden herzien.


"Zo'n ziekenhuis is eigenlijk net een fabriek, vindt u niet?" zeg ik tegen een wat hulpeloos rondkijkende man, naast wie ik heb plaatsgenomen als ik eindelijk de afdeling heb gevonden, waar ik wezen moet.
"Ik vind het meer een werkplaats. Een soort schadeherstelbedrijf, al zullen ze misschien niet alle onderdelen van een mens in het magazijn op voorraad hebben".
"U zou zo'n ziekenhuis meer willen vergelijken met een garagebedrijf", veronderstelde ik.
"Ja, inderdaad. Zoals je je auto naar een garage brengt voor een paar nieuwe banden, zo breng je je vrouw naar het ziekenhuis voor een nieuwe heup".
"Alleen is in het ziekenhuis het gereedschap wat verfijnder".
"Dat mag ik wel hopen ja. Ik denk tenminste niet, dat ze zo'n nieuwe heup met een steeksleutel zullen vastzetten".
"En in de garage zullen ze weinig aan pincetten hebben", zo deed ik ook maar een duit in het zakje.
"Waar komt u eigenlijk voor, als ik vragen mag?"
Ik boog me een beetje naar hem over en fluisterde, waar ik voor kwam.
"Oh, daar is mijn zwager ook aan geholpen, maar hij heeft het niet.... nee, ik moet het anders vertellen. Mijn zwager had al heel lang last...
"Meneer Harmsen?" riep een frêle verpleegkundige door de wachtruimte.
De man naast me stond op.
"Sterkte in ieder geval", wenste hij mij toe.


"Was alles goed, pa?" wilde mijn dochter 's middags weten.
"Ja hoor, de carrosserie bleek nog in prima staat. Van de motor moeten alleen de kleppen wat worden bijgesteld".
"Hoe bedoel je? Moet ik me zorgen maken?"
"Je hebt je nog nooit zorgen om je vader gemaakt, dus dat zou ik nu ook maar niet doen".
"Als jij het zegt.... Heb je gisteren trouwens nog Valentijnskaarten gehad?"
"Ik??"
"Ja, waarom niet? Een ouwe vlam van vroeger, misschien...".
"Nee hoor, helemaal niks. Maar ik heb er elders op Internet toevallig wel een gedichtje over geschreven. Die het gelezen hebben, vonden het heel mooi, maar jij zult er wel weer niks aan vinden".
"Laat eens horen dan..."
"Nee, zoek het maar op".
"Heb je mijn weblog trouwens al gevonden".
"Nog geen tijd gehad".
"Nee, dat zal wel niet. Je hebt het nog nooit zo druk gehad, sinds je niks meer doet".


En waarachtig, ze heeft gelijk.

zondag 13 februari 2011

Open deur

De zondagmorgen breng ik meestal grotendeels in bad door. Uit hygiënische overwegingen, maar ook om redenen van laten we zeggen: doelmatigheid. Want in horizontale houding worden mijn hersenen (voor zover nog aanwezig) het meest geactiveerd. Met een klassiek muziekje op de achtergrond kom ik dan tot vaak heel  creatieve gedachten. Die ik helaas grotendeels al weer vergeten ben, wanneer ik eenmaal in mijn kleren ben gestapt.


"Leg dan een blocnote naast het bad neer", heeft mijn dochter me al eens geadviseerd, maar dat bleek toch niet zo praktisch. En een deurtje in het bad, om zonder riskante klauterpartijen snel even naar mijn bureau te lopen, helpt ook niet echt. Ik heb een bad met een deurtje altijd als een pratical joke beschouwd, een surrealistisch fantasietje van een Italiaanse ontwerper o.i.d., maar ze schijnen echt te bestaan. Kijk maar. Leuk om te zien, al houd ik zelf in bad meestal mijn badjas niet aan.
En terwijl ik net zit te bedenken, dat volgens de ex van mijn dochter een bad met een deurtje haast wel een uitvinding van een vrouw moet zijn, belt Gerda.
- Ik zat net aan je te denken.
- Da's altijd goed om te horen.
- Of eigenlijk aan je ex...
- Oh, doe dát maar liever niet. Waarom moet jíj in hemelsnaam aan mijn ex denken?
- Ach, ik zat wat na te denken over een bad met een deurtje....
- Ja, dat lijkt me inderdaad heel handig voor jou.
- Zie je wel, dan had je ex toch wel een beetje gelijk..
- Hoezo? Ik kan het even niet volgen.
- Nou, dat de denkwijze van de vrouw wel eens op gespannen voet wil staan met de logica.
- Je bedoelt: dat een vrouw niet logisch kan denken? Ik snap alleen niet wat dat ermee te maken heeft.
- Ik zal proberen, het uit te leggen. Stel je voor: het is zondagmorgen en terwijl je vader zijn ontbijt klaar maakt en zijn eitje nuttigt, laat hij onderwijl het bad vol lopen. Na een kwartier is hij klaar met eten en is het bad meestal ook voldoende vol. Je vader loopt naar de badkamer, denkt: makkelijk, zo'n deurtje, hoef ik niet over die hoge rand te stappen, met alle risico's van dien, doet het deurtje open en...
- Precies..... nee, wacht eens even..... maar kun je niet beter een douche nemen? Zit je ook niet in je eigen vuil...
- Stop maar Ger, ik hoor het al. Ander onderwerp. Wat vind je hier van:


Mevrouw De Haan, een contradictio in terminis,
Weet als geen ander mens wat werven is,
En al doet zij dat meestal ten eigen bate,
Geen mens heeft dat tot nu toe in de gaten.


- Een leuk rijmpje pap, maar waar slaat het op?
- Eigenlijk nergens op. Het schoot me zo spontaan te binnen. Vanmorgen, in bad. Dat zou onder de douche vast niet gebeurd zijn.
- Ga dan in het vervolg maar onder de douche....
- Niet mooi?
- Zoals je zelf ook al zei: het slaat nergens op. Als je een gedicht schrijft wil je toch bepaalde gevoelens kenbaar maken of een boodschap uitdragen. Maar dit is helemaal niks. Het rijmt, maar daar is ook alles mee gezegd.
- Misschien gaan de mensen zich wel afvragen: wat zou hij daar toch mee bedoelen?
- Nee pap, de mensen zullen zich afvragen, of je niet wat interessanters te vertellen hebt. Trouwens, die eerste regel snap ik al niet. Hoezo: contradictio in terminis?
- Nou Ger, ga daar dan maar eens over nadenken.
- Ik zou het maar gauw van je weblog halen, als ik jou was. Al die ijdeltuiterij.... Dan ziet mijn weblog er heel wat... eh .... klantvriendelijker uit. En nou wil je natuurlijk weten, waar je die kunt vinden? Dat zoek je zelf maar mooi uit. Ben benieuwd hoe lang je erover doet.


Wat zei Goucho ook al weer? "Women should be obscene and not heard".

zaterdag 12 februari 2011

De draad kwijt

Het was toch slecht weer, dus vandaag maar eens wat rondgekeken in de Internet-nieuwsgroep "Taal", in de hoop en veronderstelling, daar misschien nog eens een leuk idee op te doen. Want welk mens is tenslotte nog origineel? Zelfs Frits Abrahams niet. In zo'n nieuwsgroep wordt door iemand een onderwerp aan de orde gesteld, waarop anderen vervolgens kunnen reageren. En dat ook naar hartelust doen. En aldus ontstaat een "thread" of "draad", zoals dat in het jargon heet. Naarmate de lengte van de draad toeneemt, raak je hem ook sneller kwijt. Er is vaak zelfs geen touw meer aan vast te knopen. En tenslotte vliegt men elkaar vaak verbaal in de haren. Einde draad. De scheldkanonnades worden soms bij een nieuw onderwerp weer voortgezet. Dat alles neemt niet weg, dat velen toch een behoorlijke dosis taalkundige vindingrijkheid en originaliteit aan de dag weten te leggen. En een gevoelige antenne hebben voor taalkundige hoogstandjes of faliekante miskleunen van anderen, al laten sommigen het wonderbaarlijk snel laten afweten, als een zin moet worden ontleed. Maar gelukkig geschiedt alles onder een de identiteit verhullende schuilnaam, meestal ook van veel fantasie en creativiteit  getuigend. 


Maar per saldo best de moeite waard om er eens rond te neuzen. En er bijvoorbeeld te lezen, hoe de politie in een gestolen Audi een paar criminelen achterna zit: "De twee werden in een gestolen Audi A8 achtervolgd door de politie", zo meldde Teletekst. Overigens best een leuke auto om boeven mee te vangen.

donderdag 10 februari 2011

Tussenstand

Het gaat goed met mijn weblog. Deze week steeg het aantal Volgers van de ene dag op de andere met niet minder dan 100%, het aantal losse lezers daarbij nog niet eens inbegrepen.  Als die procentuele groei zich - al was het maar per week - in hetzelfde tempo blijft voortzetten, zal ik binnen een half jaar successchrijvers als  Carlos Ruiz Zafón en Stieg Larsson in populariteit verre hebben overtroffen. En dan zal mijn weblog ook vertaald moeten worden. Dat kan ik met een enkele druk op de knop (lees: muisklik) door Google laten verrichten, maar dan weet helaas niemand meer, waarover het gaat. Maar voorlopig maak ik mij over heel andere zaken zorgen: hoe blijf ik bij dit snel op mij afkomende succes toch eenvoudig en bescheiden? Dat zal niet meevallen.

woensdag 9 februari 2011

Geslacht

Pas op gevorderde leeftijd heb ik belangstelling gekregen voor mijn geslacht. Nee, niet op de manier, zoals u dat graag zou denken. Díe interesse laat ik aan anderen over en in mijn geval tevens aan het andere geslacht. De belangstelling, die ik hier bedoel, is van genealogische aard en heeft dus alles te maken met stambomen, kwartierstaten, parentelen e.d. Tenslotte komt er in ieders leven een moment, dat hij interesse in zijn roots gaat tonen. Naast de gynaecoloog hebben ook verschillende genealogen van het snuffelen aan en onderzoeken van geslachten hun beroep gemaakt. Met dit verschil, dat het onderzoek van de genealoog heel wat diepgaander en tevens tijdrovender is dan dat van de gynaecoloog, dat echter weer beter betaalt. Beiden zijn geslachtsdeskundigen, maar het is toch wel zaak, om op cruciale momenten geen onduidelijkheid te laten bestaan over de vraag, tot welke categorie men behoort. Mij is het ooit eens overkomen, dat een ander kennelijk niet meteen in de gaten had, wat voor soort onderzoek ik wilde instellen:


Ïk ben geïnteresseerd in uw geslacht", 
Zo sprak de genealoog vrijmoedig.
"Maar doet u het wel zacht?"
Zo vroeg de vrouw koelbloedig.


Dat is dus goed afgelopen. Maar voor het zelfde geld had ik een draai om m'n oren gekregen. Of erger. Binnenkort mag ik een groepje mensen wat over mijn ervaringen als onderzoeker vertellen. Ik ga er maar van uit, dat dáár wel duidelijk zal zijn, in welke hoedanigheid ik dat doe.

dinsdag 8 februari 2011

Floating Hand

Wibi Soerjadi heeft een nieuwe pianotechniek ontwikkeld, die hij de naam Floating Hand heeft gegeven. Een wat ongelukkige benaming, zeker in een tijd, dat zowat de helft van de bevolking in kerk en kinderdagverblijf in heden en verleden blijkt te zijn misbruikt door de andere helft. Voor 520 Euro krijgen jeugdige getalenteerden van Wibi drie dagen de gelegenheid om te ervaren, wat onder "floating hand" moet worden verstaan. Zo te zien (op Soerjadi's website) gaat het er tijdens zo'n masterclass vrolijk toe. Zelfs het op een matras de trap af glijden hoort bij de cursus of therapie en is bij de prijs inbegrepen. Maar of dat nu veel bijdraagt tot de muzikale vorming, meen ik toch wel te mogen betwijfelen. Misschien de weerbaarheid? Het kán zijn, dat de trap in zijn comfortabele woning symbool staat voor de toonladder, maar dan nog.... Maar dat Wibi wat aan financiële risicospreiding doet, lijkt me overigens wel begrijpelijk.

maandag 7 februari 2011

Inspiratie

F.Abrahams: geïnspireerd
Het geeft mij steeds weer een voldaan gevoel als ik andere mensen tot creativiteit weet te inspireren. Ditmaal was Frits Abrahams, columnist van de NRC zo fortuinlijk om dat lot te mogen ondergaan. Op woensdag 2 februari j.l. meldde ik hier in "Gesprek", hoe mijn dochter Gerda mij liet kennismaken met de muzieksite Spotify en alle voordelen en geneugten daarvan. En ja hoor, twee dagen later liet ook Frits Abrahams zich op dezelfde wijze door zijn dochter overtuigen en verrassen en deed daar uitgebreid verslag van in zijn column "Een programmaatje op de computer" op de Achterpagina van de NRC d.d. 4 februari. Dus de NRC meteen maar even van deze komische coïncidentie in kennis gesteld. Bijgaande foto heb ik van de NRC geleend, zoals de NRC het idee voor de column van mij heeft geleend. De ene collegiale dienst is de andere waard, nietwaar? Tenslotte heb ik zelf ook jarenlang voor de NRC geschreven, zij het meestal op andere pagina's.


Vanmiddag twee politiemannen aan de deur gehad. Of ze mijn wapenvergunning even mochten zien. Ik zei, dat ik geen wapen had en dus ook geen vergunning, maar daar waren ze nog niet zo van overtuigd. Uit mijn weblog hadden ze een andere indruk gekregen. Of ze even binnen mochten komen. Dat mocht. Twee keurige jongens van een jaar of 25, van wie er één de inburgeringscursus met groot succes moet hebben gevolgd. Onberispelijk in het uniform. Ze hadden het zelf niet gelezen, maar een collega meende toch uit de tekst begrepen te hebben, dat ik hoogstwaarschijnlijk een Walther zou hebben. En nóg een wapen, waarvoor ik zelf dacht, geen vergunning nodig te hebben, maar dat wensten de agenten liever zelf vast te stellen.
- Om met het laatste te beginnen: wat is dat voor een wapen?
- Als uw collega mijn blog goed heeft gelezen en ook nog een beetje  fantasie heeft en tussen de regels door kan lezen, kunt u wel raden, wat voor wapen dat is.
- We hebben toch liever, dat u het zelf zegt.
- Ergens heeft het iets met een pijl-en-boog te maken...
- Meneer, we gaan er geen spelletje van maken. Is het een automatisch wapen?
- Nee, zo zou ik het zeker niet willen noemen.... gelukkig niet.....
Terwijl de vragensteller zich op Noordafrikaanse wijze kwaad begon te maken, vertoonde zich op het gelaat van de ander een steeds breder wordende glimlach. Hij fluisterde zijn collega vervolgens wat in het oor. De ingeburgerde keek de ander verbaasd en niet begrijpend aan, maar zei niettemin:
- Goed, gaan we over op het andere wapen, de Walther. Heeft u een Walther?
- Nee, wat zou ik ermee moeten?
- Wat dacht u zelf? Schieten natuurlijk....
- Maar ik heb niets of niemand om op te schieten.
- Dat schiet niet op, mompelde de andere agent.
En dat dééd het ook niet.
We hebben nog wat gekeuveld over het nieuwe dienstwapen van de politie en over macht en gezag. Ik gaf - overigens pas nadat zij ervan overtuigd waren, dat ik geen wapen bezat - te kennen, dat de politie veel macht maar weinig gezag had, maar de beide dienders waren juist van het omgekeerde overtuigd. Ik heb het maar zo gelaten, al moest ik wel even denken aan een op rijm gezet voorval in een andere provinciestad:


Laatst zag ik in de binnenstad van Zwolle
Een bejaarde achter een rollator hollen.
Hij bevond zich ken'lijk op het dievenpad,
En werd nagezeten door de Hermandad.


Want al is des grijsaards grijpkans groot,
De weerstand, die hij nochtans bood,
Mocht strijdlustig en voorbeeldig heten
Voor wie met hem in "Huize Avondrood"
Hun laatste levensjaren sleten.


Maar al met al mag mijn weblog zich kennelijk in de belangstelling van pers en politie verheugen. Dat kan geen kwaad.


zondag 6 februari 2011

Walt(h)er

...met Walther...
Een enkele maal meldt zich via het eerder door mij vermelde Skype-venstertje een onbekende dame met zeer bekende bedoelingen. Maar vanmorgen zocht ene Walter contact met mij. En aangezien ik geen enkele Walter ken, heb ik ook dit contactverzoek maar genegeerd. De enige Walter die ik ken, is een pistool. James Bond is er beroemd mee geworden. Of misschien heeft hij de Walther (want zó schrijf je het eigenlijk) juist nóg bekender gemaakt. Maar James Bond zal het wel niet geweest zijn, die contact met mij zocht. Zó bont zal hij het toch niet maken.
Weliswaar beschik ik zelf ook over een wapen, maar daar hoef je weer geen vergunning voor te hebben, al is een selectief gebruik ervan wel wenselijk.


Vandaag even bij de enige Volger, die ik tot nu toe heb, op bezoek, want zulke trouwe fans moet je natuurlijk wel in ere houden. In dat opzicht onderscheid ik me toch wezenlijk en in positieve zin van bijvoorbeeld een Frans Bauer, want geloof maar niet, dat hij zijn fans persoonlijk opzoekt.

zaterdag 5 februari 2011

Achterklap

Zodra het volk is uitgekeken op  "Boer zoekt vrouw" (wat voorlopig nog wel niet het geval zal zijn), ligt er in Hilversum een nieuw programma klaar: "Vrouw laat boer". Ik heb er gisteren een proefuitzending van mogen bijwonen. Hoewel aan het populaire datingprogramma toch wel een dubieus agrarisch luchtje zit, was men aanvankelijk van plan om de komende jaren bij wijze van follow-up zo'n tot stand gekomen boer-vrouw-relatie in beeld te brengen onder de titel "Vrouw laat boer het achterste van haar tong zien", waarin de vrouw zich op een openhartige wijze bloot zou geven over haar ervaringen. Zeer geschikt dus voor televisie en boven de 18 (thans 12). Maar de titel werd te lang en dus onbruikbaar bevonden. Een suggestie, om de naam van het programma in te korten tot "Vrouw laat boer haar achterste zien", werd niet serieus en bovendien nog te lang gevonden, zodat men uiteindelijk uitkwam op "Vrouw laat boer". Van de oorspronkelijke titel is dus niet veel meer overgebleven en van de aanvankelijke opzet evenmin. Het is nu een spelletjesprogramma op de radio geworden, waarbij de luisteraar betrokken wordt. Een beetje te vergelijken met "Nootschieten" in het lunchprogramma van de AVRO op Radio 4. Daar mag de luisteraar aan de hand van een uiterst kort muziekfragmentje raden, van welke componist en uit welk werk dat 1 seconde durende fragmentje is. Bij "Vrouw laat boer" mag de luisteraar zeggen, welke boer bij welke vrouw hoort. Dus het is zaak, om nu al goed bij "Boer zoekt vrouw" op te letten.
Bij de proefuitzending was ook een onderweg zijnde automobilist als luisteraar betrokken. Hij dacht, dat hij een klapband had.
Als de formule van "Vrouw laat boer" aanslaat, zullen de plannen voor een vervolg daarop snel worden uitgewerkt. U begrijpt het waarschijnlijk al. We komen dan in de sfeer van de petomanie terecht. U hoeft niet op te zoeken wat dat betekent, want ik schreef er jaren geleden al een gedichtje over onder de titel "De petomaan". Wat een petomaan is, blijkt gauw genoeg.


Zij ging met alle winden mee,
Paste zich steeds flexibel aan,
En liet zich dan ook heel gedwee,
Verleiden door een petomaan.


Alles werd plots stormachtig en opwindend
Want het leven met een petomaan
Vereist nu eenmaal onverbindend,
Een goed gehoor- en reukorgaan.


Zij kende weldra zijn volledig repertoire,
Dat hij haar zelfs in bed liet horen.
Zij maakte geen bezwaar,
Doch minde naar behoren.


Maar toen bij 't intiem verkeren,
Hij het eens durfde wagen,
Zijn geurige geluid te produceren,
Begon zij zich toch af te vragen


Of zo'n bezeten petomaan
De homo-sex wel kon bekoren.
Want dan krijgt hij - neem dat maar aan,
Pas echt de wind van voren.


G.Flaubert
Ook Hans Dorrestijn heeft eens een gedicht over een petomaan geschreven. Ik zou u graag een link naar zijn visie op deze kunstvorm aanbieden, maar heb die helaas niet kunnen vinden. Niet zo erg overigens, want ik vind mijn gedicht eerlijk gezegd mooier. U ziet: iedere bescheidenheid is mij vreemd, ook al onderschrijf ik van harte, wat Gustave Flaubert eens aan zijn minnares Louise Colet schreef: "Een schrijver moet in zijn werk zijn als God in het heelal: overal aanwezig en nergens zichtbaar".

woensdag 2 februari 2011

Gesprek

Enkele minuten nadat ik vanmorgen mijn PC had opgestart verscheen rechts beneden in beeld het bekende venstertje van Skype, waarmee wordt aangegeven, dat één van. je contacten zojuist ook zijn computer heeft aangezet en on line is. In dit geval was het mijn dochter, die even later dan ook belde.
- Stoor ik?
- Nog niet. Ik was net met een gedichtje begonnen. Iets in de trant van
Voor wie mij oppervlakkig kent,
Ben ik best een leuke vent,
Met wie het prettig potverteren is,
Al ging dat ook diverse keren mis.
.......
- Hallo, ben je er nog?
- Jazeker, maar ik wacht.
- Waarop?
- Op het vervolg. Je begon je rijmpje met mensen, die je oppervlakkig kennen, maar waar blijven degenen, die jou wat beter kennen? Er hoort nog een tweede couplet bij, bijvoorbeeld
Maar voor iemand die jou beter kan,
Ben je meestal maar een arrogante man,
Met wie het minder prettig toeven is,
En liefde doorgaans leidt tot droefenis.
-Ja ja..... het is trouwens "kent" en plaats van "kan"
-Ja pa, dat weet ik ook wel, maar "kent" rijmt niet. Je gaat dat gedichtje toch niet op je blog zetten, hè? Nu we het toch over dichten hebben - en daar belde ik eigenlijk ook voor: Ken jij een zekere Ron de Rijcker?
- Nooit van gehoord. Wie moet dat zijn?
- Een gevluchte Vlaming. R.E. de Rijcker heet hij officieel. Gisteren op een feestje ontmoet.
- Waar moet een Belg nou voor vluchten?
- Dat hoor ik nog wel.  Ik dacht, dat jij hem misschien zou kennen, want hij schijnt ook te dichten, al hoop ik van harte, dat hij dat beter doet dan jouw
-Dan jij...
- Ik was nog niet uitgesproken: dan jouw gepruts. Die literaire anekdotes vind ik hartstikke leuk, maar ga alsjeblieft geen eigen gedichten op je blog zetten. Maar van die De Rijcker heb je dus in ieder geval nooit gehoord?
- Kent Google hem niet?
- Heb ik al geprobeerd.... Niks.
- Dan zal het ook wel niet veel bijzonders zijn. Hoor je trouwens nog wel eens wat van je ex?
- Nee, gelukkig niet.
- Ik las, dat hij weer in opspraak is geraakt, nu wegens levering van inferieure software aan een branche-organisatie, geloof ik.
- Verbaast me niks. Wat me wel verbaast is dat hij heeft goedgevonden, dat ik zijn achternaam blijf voeren. Voor mij wel zo prettig. Val ik tenminste niet zo op als jouw dochter.
- Het is nog maar de vraag, voor wie dat prettiger is, voor jou of voor mij. Maar in ieder geval good luck met die ontsnapte Belg en thank you for calling. Goodbye.
- Jo Stafford. toch?
- Zeker! Wat goed van jou. Was toch ver voor jouw tijd.
- Van Deyssel was toch ook ver voor jóuw tijd? Zal dat liedje nog eens draaien. Lekker sentimenteel, maar toch best mooi.
- Heb je dan een plaat of CD van haar?
- Nee pa, dat hoeft tegenwoordig niet meer. Even een internetverbinding maken met Spotify en je kan kiezen uit meer dan 8 miljoen composities. Op afroep beschikbaar, van Corrie Konings tot Emmylou Harris en van Duke Ellington tot Mahler. Heel handig op feestjes. Je vraagt je gasten, wat ze willen horen en ze worden  onmiddellijk op hun wenken bediend. En kost niks. Natuurlijk wel een goede geluidsinstallatie aan je PC of laptop hangen.
- Hoe heet dat precies?
- Spotify. Kijk maar even op Google. Zelfs voor jou wel leuk. En niet van die gekke gedichtjes op je blog hoor. Ik schaam me dood.
- Doe dat. En doe ook de groeten aan je broer.


Zo, dat was dus mijn dochter Gerda, sinds een jaar gescheiden van een wat branie-achtige IT-man. Leuk om een borrel mee te drinken, maar dat was het dan ook wel. Maar ze heeft er gelukkig geen hekel aan mannen  aan overgehouden. In tegendeel, zou ik haast zeggen, maar met een man onder één dak? Nee, daar is ze voorgoed van genezen. Zegt ze.


En nu nog even het antwoord op de vraag, wie nou zo graag dagelijks de afbeelding van Lodewijk van Deijssel wilde bezoedelen. Dat was de dichter Edward B.Koster. Zijn debuut, Liefde's dageraad en andere gedichten, was door Van Deyssel in De Nieuwe Gids niet al te vleiend besproken. Eigenlijk was de dichtbundel zelfs helemaal niet besproken, maar werden er alleen een paar opmerkingen over de debuterende dichter gemaakt. Van Deyssel noemde hem "iemant met een vies zieltje, een zieltje als een poepje".
Hij vergeleek Koster met een "oudachtig duf jufje, dat de kleren opdraagt van de menschen, bij wie ze vroeger in dienst is geweest". Koster heeft nog enige tijd met het plan rondgelopen om Van Deyssel naar aanleiding van deze en andere opmerkingen "kapot te schieten", maar volstond uiteindelijk met het aanbrengen van de beeltenis van Van Deyssel (die overigens bepaald niet moeder's mooiste was) op de bodem van zijn wc-pot.