Men kan vele mooie reizen boeken,
En ook vele mooie boeken lezen.
Lezen doet men iemand ook de les,
En wil men soms zijn dorst eens lessen,
Grijpt men toch eenvoudig naar de fles?
Wanneer ik mij weer door een stapel boeken wurm,
En ik boek geen voortgang of succes,
Dan denk ik wel eens: ik verscheur ‘m.
Maar spring dan toch weer voor de boeken in de bres.
In boeken is in de loop der eeuwen veel wijsheid verkondigd en over boeken eveneens. Lang voor de boekdrukkunst was uitgevonden, wist Cicero al, dat een kamer zonder boeken is als een lichaam zonder ziel. Al was Goethe van oordeel, dat veel boeken niet zijn geschreven om wat uit te leren, maar om te laten zien, wat de schrijver weet. Dat is nog steeds zo, lijkt me.
Veel boeken hebben, evenals mensen, hun succes aan hun titel te danken, zo heeft ook eens iemand beweerd. Ik onthoud mij hier veiligheidshalve maar van een oordeel, maar als aforisme klinkt het in ieder geval goed.
De schrijver Mark Twain, die zijn manuscripten persoonlijk naar zijn uitgever bracht omdat hij de posterijen niet vertrouwde, zei eens: “Een klassiek boek is een boek, dat iedereen gelezen wil hebben en niemand wil lezen”.
Eén ding is in ieder geval wel duidelijk:
Een kamer zonder boeken
Is als een keuken zonder pan,
Als moeders zonder koeken,
En als Wim zonder Kan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten