Deze weblog beoogt niet meer (en ook niet minder) dan een proeftuintje te zijn, waarin wordt geëxperimenteerd en gejongleerd met taal, zowel in proza als in poëzie. Neemt u de inhoud niet altijd even serieus: Wahrheit und Dichtung kunnen mijlenver uiteen liggen, maar soms ook verrassend dicht bij elkaar.

En schroomt u vooral niet om te reageren: rebekking@gmail.com


woensdag 27 april 2011

Waar ben ik

Wie het lezen van een boek om welke meer of minder dringende reden moet onderbreken, wil doorgaans bij het hervatten van de lektuur graag weten, waar hij is gebleven. Het meest gangbare hulpmiddel daarvoor is de aloude en welbekende boekenlegger. Maar die is niet altijd binnen handbereik. En dán blijkt, hoe vindingrijk de lezende mens is bij het vinden van een plaatsvervangende bladwijzer. Afhankelijk van de plaats, waar men het lezen heeft moeten onderbreken, worden een afgescheurd hoekje van een krant, een boterbloem, een stukje doorgaans ongebruikt toiletpapier, een suikerzakje, een winkelbon, een trein- of buskaartje dan wel strippenkaart of toegangsbewijs voor een museum daartoe geschikt bevonden. Die trof ik tenminste veelvuldig aan, toen ik bij een paar bibliotheken mocht nagaan, wat er zoal in ingeleverde boeken was achtergelaten.  Een stukje toiletpapier prikkelt weliswaar de nieuwsgierigheid en fantasie, maar behoort verder toch tot de categorie “onschuldige bladwijzers”. Jan Wolkers maakte er gebruik van.
Al wat minder gangbaar zijn doktersrecepten, boodschappenbriefjes, bankbiljetten, liefdesbriefjes en andere kennelijk niet bij de geadresseerde terechtgekomen boodschappen van zakelijke tot erotische aard. En niet zelden wordt ook een boodschap voor de volgende lezer in een (bibliotheek)boek achtergelaten, soms geschreven op een los  papiertje, soms in het boek zelf. Zo las ik op bl.189 van de Duitse literatuurgeschiedenis:
Wie wil mij eens aangenaam verrassen?
Ik woon in de Wolfgang Goethe-gasse.

In een boek van Arnon Grunberg vond ik een geel Post-It briefje met daarop de ontboezeming van een lezer of lezeres van vermoedelijk bescheiden kom-af:
Ik heb dit briefje in dit boek gelegen
Omdat ik er genoeg van heb gekregen,
Steeds maar weer te lezen over vrouwen
Die alleen van macho-mannen houen.
Spannend wordt het pas, als je in een boek een stukje in parfum gedrenkt textiel van onduidelijke herkomst aantreft, zoals me ook is overkomen. Het kon uit een overhemd zijn geknipt, of een laken of wie weet waar nog meer uit. Nu kan ik daarover natuurlijk mijn fantasie (en die kent geen grenzen) wel de vrije loop laten, maar dat laat ik veiligheidshalve maar aan u als lezer over. Ik zou voor de origineelste inzending wel een prijs beschikbaar willen stellen. Een plakje kaas als boekenlegger is ook heel effectief, maar toch minder smakelijk, want helaas aan bederf onderhevig. Maar voor een hongerige lezer…
In een roman van Giphart stond op bl. 73 met potlood geschreven:
“Ik vind je maar een vieze vent,
Als je helemaal tot hier gekomen bent”.

Dat moet vast van een heel puriteins of calvinistisch (of beide) meisje zijn, dat halverwege het boek is opgehouden, maar toch eigenlijk wel wilde weten, hoe het afliep.
En zo zijn mij ook de ietwat dubieuze neveninkomsten van een sportleraar uit Hendrik Ido Ambacht bekend geworden, want hij had zijn klaar voor verzending zijnde belasting-aangifteformulier in het boek “Van top tot teen” laten zitten. Per abuis ongetwijfeld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten