Deze weblog beoogt niet meer (en ook niet minder) dan een proeftuintje te zijn, waarin wordt geëxperimenteerd en gejongleerd met taal, zowel in proza als in poëzie. Neemt u de inhoud niet altijd even serieus: Wahrheit und Dichtung kunnen mijlenver uiteen liggen, maar soms ook verrassend dicht bij elkaar.

En schroomt u vooral niet om te reageren: rebekking@gmail.com


donderdag 28 april 2011

Namen

Er kan op vele manieren speels en lichtvoetig met de taal worden omgegaan, zowel in proza als in rijmende vorm. Plaatsnamen spelen daarin vaak een belangrijke rol en worden dan ook veelvuldig toegepast, bijvoorbeeld in limericks, in grafschriften, in de befaamde dierengedichten van Trijntje Fop (Kees Stip) en in het poëtisch werk van vele andere, vooral "light verse"-dichters. Een voorbeeldje uit eigen werkplaats:

Een jonge advocaat uit Nigtevegt,
Had  succesvol een geschil beslecht,
En zei daarop vol trots tot zijn cliënt:
"Ik praat, zoals alom nu wel bekend,
Wat krom is meestal wel weer recht".

In Het grote beestenboek van Kees Stip vindt u in zo ongeveer de helft van de gedichten wel een verwijzing naar een plaatsnaam. U maakt er kennis met prachtige staaltjes van taalacrobatiek, maar spijkert tegelijkertijd uw geografische kennis weer een beetje bij. Ongeschikt dus voor jongeren, want die zijn meestal volledig van dit vak vervreemd geraakt.
Plaatsnamen figureren vooral veelvuldig in gedichten en liedteksten, omdat er zo makkelijk op te rijmen valt. Neemt u maar de proef op de som. Het zal u weinig moeite kosten om een vervolgzin te bedenken op bijvoorbeeld: "Een mooie vrouw uit Hoogerheide....". Of, om een beetje dicht bij huis en in de eigen kennissenkring te blijven:  "Een bolleboos uit Lisse...."
Veel plaatsnamen roepen ook meteen een bepaald beeld op en zijn alleen al daarom goed bruikbaar. Hier zou men kunnen denken aan Staphorst, Epe op de Veluwe, Volendam, Sexbierum, Rodeschool etc. En plaatsnamen, vooral buitenlandse, kunnen de klank van een gedicht heel erg verrijken.
Wat hier trouwens over plaatsnamen is gezegd, geldt bijna mutatis mutandis ook voor familienamen, al was het alleen maar, omdat die vaak zijn afgeleid van plaatsnamen.  En uiteraard zijn ook combinaties mogelijk:
Hier rust G. de Vroome, thuis in Horst.
Hij is omgekomen van de dorst.

U ziet: u kunt (met name) met namen en plaatsnamen vele kanten op en hoeft echt geen geoefend dichter te zijn om er iets leuks van te kunnen maken. Mijn lezerskring inmiddels een beetje kennende, mag ik de komende dagen wel weer enige blijken van creativiteit en inventiviteit in deze verwachten.

Ook in proza kunnen plaatsnamen goed worden gebruikt, maar op een wat andere, zij het niet minder creatieve manier. Op bruiloften en partijen wil de feestvreugde nog wel eens verhoogd kunnen worden door plaatsnamen als werkwoorden in een zin te laten gebruiken. Een voorbeeld uit mijn eigen constructiewerkplaats:
"Wat een mooie vis heb je gevangen. Ik Bakkum. Of zal ik 'm Roosteren" (Volkomen onbegrijpelijk voor uw rond de meerderjarigheidsleeftijd zwevende kinderen, want die hebben waarschijnlijk nog nooit van Bakkum en Roosteren gehoord en weten al helemáál niet waar die plaatsen liggen. Probeert u maar.).  Of: "Gaan we op de fiets? Of gaan we naar Hindelopen?" Of, wat bloemrijker: "Dat zijn mooie rozen. Ik denk, dat ik die Boskoop". Of, al geef ik het schoorvoetend toe: "Ik ben slecht in schaken, maar ik vind, dat ik nóg Rotterdam". Ik wacht gespannen  op uw aanvullingen.


Mocht u zich verder in dit genre willen bekwamen: er bestaan verschillende boeken met alle namen van plaatsen en buurtschappen, die ooit hebben bestaan of nog bestaan. Voor genealogen onmisbaar, voor u - voor zover geen genealoog - heel bruikbaar en inspirerend.


,

1 opmerking:

  1. Je blijft wel erg op dat stekje steken!
    Dus kennelijk blijft men in Kleef gaarne kleven.

    BeantwoordenVerwijderen