Deze weblog beoogt niet meer (en ook niet minder) dan een proeftuintje te zijn, waarin wordt geëxperimenteerd en gejongleerd met taal, zowel in proza als in poëzie. Neemt u de inhoud niet altijd even serieus: Wahrheit und Dichtung kunnen mijlenver uiteen liggen, maar soms ook verrassend dicht bij elkaar.

En schroomt u vooral niet om te reageren: rebekking@gmail.com


vrijdag 29 april 2011

Vogelen

Over zaken, waar ik het minst verstand van heb, weet ik vaak het meest te schrijven. En al geeft dat natuurlijk te denken, toch wil ik mij vandaag hier bezighouden met de taal der vogels, want ook onze gevleugelde vrienden communiceren met hun taal en drukken daarmee gevoelens en emoties uit.

Mijn kennis op dit terrein is uitermate beperkt en eigenlijk weet ik alleen maar het geluid van een kraanvogel te onderscheiden van dat van een aalscholver. Verder reikt mijn ornithologische kennis niet. Oh ja, natuurlijk nog dat irritante en monotone gekoer van de duif. Hoe Roald Dahl ooit zijn lief met een duif heeft kunnen vergelijken, is me een raadsel. Vast niet vanwege de overeenkomst in voortgebrachte geluiden.
Kortom: een duif kan ik wel schieten. Dat heb ik al eens eerder wereldkundig gemaakt en prompt had ik twee politiemensen aan de deur. Of ik wel wist, dat de duif een beschermde vogel was (dat wist ik niet en kon ik me ook niet voorstellen) en, veel belangrijker: of ik wel een wapenvergunning had, want wie op een duif kan schieten moet logischerwijs over een wapen beschikken. Het zijn slimme jongens hoor, die politiemensen, hoe goed ze dat vaak ook weten te verbergen. Maar met mijn verkaring, dat ik het figuurlijk had bedoeld, namen ze genoegen.

Waarom vandaag ineens de taal der vogels? Omdat het mij gisteravond, toen ik mij in mijn zomerhuisje niet al te laat naar bed begaf, wat ongewoon voorkwam, zóveel vogels vrolijk te horen kwetteren. Ik meende niet beter te weten, dan dat bij het invallen van de duisternis de meeste vogels hun snavel houden. Misschien laat ik mijn onkunde op vogelgebied hiermee wat al te duidelijk blijken en denkt u, als u dit leest: Hou jij je nou maar bij je leest. Maar ik léér ook graag wat. Zo weet ik bijvoorbeeld, dat ooit eens iemand heeft uitgevogeld, hoe laat vogels ontwaken en zich laten horen. Dat is per vogelsoort verschillend. Op basis van de verkregen gegevens is toen zelfs een echte vogelklok ontworpen. Of ik mijn horloge erop gelijk kan zetten, betwijfel ik, maar het geeft toch een aardige indicatie. De vroegste vogel schijnt zich op de langste dag al om drie uur te laten horen. Daar kan geen vroege vogel bij de Vara tegenop. Wélke vogel zich het eerst laat horen, weet ik niet meer. Wél, dat de spreeuw de laatste is. En dat is maar goed ook, want veel fraais komt er niet uit zijn bek.


Olivier Messiaen
- vogelliefhebber -

Ik ken maar weinig vogelmerken, en díe ik ken, ken ik vanwege hun slechte karaktereigenschappen. De mus als kruimeldief, de ekster als juwelendief en de kiekendief als ontvreemder van foto's. De naam zegt het al. Toch heeft zelfs de ekster Rossini nog tot een prachtige ouverture weten te inspireren. En de koekkoek Haydn tot zijn Kindersymfonie. Hlelemaal gek word je van die koekkoek, maar dat terzijde. Het werk van Olivier (voor vrienden Ollie) Messiaen is één muzikale ode aan de vogelwereld. En Mozart zette een vrolijke vogelhandelaar op het toneel. Ook onder mensen kom je (meestal vreemde) vogels tegen, maar die blijven hier verder buiten beschouwing.

Ik zou nog véél meer over deze dieren kunnen schrijven, maar ga nu eerst verder met mijn proefschrift over smaak. Waarover niet valt te twisten.

1 opmerking:

  1. Kijk eens naar:
    http://www.youtube.com/watch?v=9QdgUJss9BU&feature=related

    Kopieer deze link in de adresbalk van je browser.

    BeantwoordenVerwijderen